01-11-2010 | Wetenschappelijk Artikelen
Prenatale screening: een (on)getemd maatschappelijk probleem?
Gepubliceerd in: TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen | Uitgave 8/2010
Log in om toegang te krijgenResumen
In 2004 heeft de overheid besloten dat elke zwangere in Nederland moet worden geïnformeerd over prenatale screening op Downsyndroom. In de afgelopen jaren is hard gewerkt aan een uitvoeringsorganisatie die de kwaliteit van het aanbod moet garanderen. Daarmee lijkt een einde te zijn gekomen aan een decennia lange discussie over de mogelijkheden en betekenis van deze vorm van prenatale screening. Waarom bleek het in al die jaren zo moeilijk om tot overeenstemming te komen? Vaak wordt gewezen op de overheid die als besluitvormende partij prenatale screening jarenlang heeft tegengehouden. Maar als we terugkijken naar de geschiedenis van het debat, dan ontstaat een ander en complexer beeld. Prenatale screening verschijnt daarin als een probleem dat eerst ‘getemd’ moest worden, alvorens daarover maatschappelijk en politiek overeenstemming kon worden bereikt. In dat proces is het aanbod van prenatale screening steeds meer in het teken komen te staan van geïnformeerde besluitvorming als het primaire doel. Goede voorlichting en uitgebreide counseling zijn daarmee de middelen bij uitstek geworden die de maatschappelijke aanvaardbaarheid van prenatale screening moeten waarborgen. Maar of die middelen voldoen is op dit moment nog allerminst duidelijk. In dit opzicht heeft de praktijk van prenatale screening nog steeds een ongetemd karakter. Deze conclusie is niet alleen van belang voor de huidige praktijk, maar zeker ook voor de toekomst van prenatale screening.