01-12-2006 | Artikelen
Preklinische psychiatrie: diermodellen voor depressie
Auteur:
Prof. dr. Berend Olivier
Gepubliceerd in:
Neuropraxis
|
Uitgave 6/2006
Log in om toegang te krijgen
Extract
Dit nogal negatieve beeld heeft te maken met een aantal factoren. Kennis van en inzicht in de processen die betrokken zijn bij depressies (als voorbeeld voor allerlei hersenziekten) staan nog in de kinderschoenen en, in tegenstelling tot een aantal somatische ziekten, zijn er geen goede diermodellen voor depressie (of andere psychiatrische aandoeningen). Dit kan te maken hebben met een verschil in hersenontwikkeling tussen mens en dier, waarbij door sommigen de vraag wordt gesteld of dieren wel de hersensystemen bezitten om depressief of psychotisch te kunnen worden, maar ook met de complexiteit van de humane ziekte ‘depressie’, die uit een conglomeraat van symptomen bestaat die per patiënt kunnen verschillen. Hoogstwaarschijnlijk is depressie niet één hersenziekte maar bestaan er verschillende processen die in wisselende samenstelling bijdragen aan dit ingewikkelde stelsel. Diagnoses voor depressie worden gesteld aan de hand van diagnostische criteria zoals beschreven in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (dsm-ivr), waarin verschillende symptomen een rol spelen (zie kader 1). Zoals uit kader 1 blijkt, is depressie een zeer heterogene ziekte en is het vaak lastig een bepaalde diagnose met zekerheid te stellen. …