Skip to main content
Top

2024 | Boek

Praktijkboek persoonlijkheidsdiagnostiek

Redacteuren: Han Berghuis, Theo Ingenhoven, Paul van der Heijden

Uitgeverij: BSL Media & Learning

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit boek biedt een veelzijdig overzicht van uiteenlopende perspectieven en methodieken van persoonlijkheidsdiagnostiek. De focus ligt hierbij steeds op de toepassing in de klinische praktijk en de reflectie hierop.

Het Praktijkboek persoonlijkeidsdiagnostiek brengt vormen van persoonlijkheidsdiagnostiek in beeld vanuit verschillende theoretische referentiekaders en diverse methoden van onderzoek: een multiconceptueel en multimethodisch perspectief. Centraal staat hierbij steeds het gebruik van specifieke methoden of diagnostische instrumenten in de klinische praktijk, ten behoeve van indicatiestelling voor behandeling inclusief de wijze van verslaglegging.

Op basis van fundamentele uitgangspunten voor psychodiagnostiek, als essentieel onderdeel van het diagnostische proces, komen telkens veel gebruikte benaderingswijzen van persoonlijkheidsdiagnostiek en diagnostische instrumenten aan de orde. Bovendien wordt uitvoerig stilgestaan bij de differentiaaldiagnostiek met specifieke psychische stoornissen, waarbij ook aandacht is voor overstijgende transdiagnostische factoren. Ten slotte wordt er ingegaan op persoonlijkheidsdiagnostiek bij specifieke doelgroepen en contexten, zoals adolescenten, ouderen, mensen met een licht verstandelijke beperking, en het forensische kader. Ook cultuursensitieve persoonlijkheidsdiagnostiek komt aan de orde.

Het boek heeft een praktijkgerichte opbouw, elk hoofdstuk is gericht op de klinische toepassing, met steeds een praktijkcasus als voorbeeld, inclusief een voorstel voor de verslaglegging. Elk hoofdstuk sluit af met een kritische beschouwing over de sterke kanten en de beperkingen van de gekozen invalshoek.

De vele voorbeelden in dit praktijkboek zijn bedoeld als bron van inspiratie voor psychologen, gz-psychologen, psychotherapeuten, klinisch psychologen, psychiaters die uitvoer geven aan persoonlijkheidsdiagnostiek in de klinische praktijk. Bovendien is het boek ook geschikt voor allen die hiertoe in opleiding zijn.

Inhoudsopgave

Voorwerk

UITGANGSPUNTEN

Voorwerk
1. Inleiding
Samenvatting
In dit inleidende hoofdstuk wordt stilgestaan bij het doel en de opzet van dit praktijkboek over persoonlijkheidsdiagnostiek. Hierbij is een multiconceptueel, multimethodisch, multidisciplinair en multi-informanten-perspectief op persoonlijkheidsdiagnostiek als uitgangspunt gekozen en nader toegelicht.
Han Berghuis, Theo Ingenhoven, Paul van der Heijden
2. Diagnostiek van de persoonlijkheid
Samenvatting
Diagnostiek betekent het doorgronden, begrijpen en beoordelen van cliënten en hun problematiek. Dit hoofdstuk bespreekt en definieert veelgebruikte begrippen en benaderingswijzen die ten aanzien van het proces van psychodiagnostiek beschreven worden. Bovendien komt de noodzaak en relevante van psychodiagnostiek en persoonlijkheidsdiagnostiek in het bijzonder aan de orde. Bij persoonlijkheidsdiagnostiek staan in het diagnostische proces, dat zich in samenwerking met de cliënt en naaste betrokkenen voltrekt, vragen centraal die betrekking hebben op de diagnostiek van de persoonlijkheid, de persoonlijkheidsstructuur, het persoonlijkheidsfunctioneren en de persoonlijkheidstrekken, alsmede op de differentiële diagnostiek tussen persoonlijkheidsstoornissen en andere psychische stoornissen.
Han Berghuis, Theo Ingenhoven, Paul van der Heijden
3. Multiconceptuele en multimethodische benadering van persoonlijkheidsdiagnostiek
Samenvatting
In de behandelpraktijk en in wetenschappelijk onderzoek is er tot op heden geen alomvattend model of theorie beschikbaar waarmee de persoonlijkheid of persoonlijkheidspathologie van iemand in het geheel kan worden beschreven en begrepen. Er bestaan verschillende benaderingswijzen (referentiekaders) met elk een eigen theoretische achtergrond en deels overlappende operationalisaties. Om deze reden is er ook niet één meetinstrument of diagnostische methode waarmee persoonlijkheid in al haar facetten kan worden gediagnostiseerd. Persoonlijkheidsdiagnostiek kan het best practice-based worden uitgevoerd, middels een multiconceptuele en multimethodische werkwijze. Deze aanpak wordt in dit hoofdstuk uitgewerkt aan de hand van uiteenlopende benaderingswijzen die gebruikt worden in de psychodiagnostiek van de persoonlijkheid en persoonlijkheidspathologie. Bovendien wordt deze multiconceptuele en multimethodische aanpak inzichtelijk gemaakt middels een overzicht waarin theoretische concepten en praktijkgerichte psychodiagnostische meetinstrumenten aan elkaar worden gekoppeld.
Han Berghuis, Theo Ingenhoven, Paul van der Heijden
4. Van vraag tot behandeling: het proces van een psychologisch onderzoek
Samenvatting
Dit hoofdstuk beschrijft het proces van een psychologisch onderzoek, als een specifieke vorm van diagnostiek, ten behoeve van vraagstellingen met betrekking tot persoonlijkheidspathologie. Het betreft een cyclisch proces waarin alle betrokken partijen samenwerken om tot hypothesen te komen en deze te toetsen, om zo te komen tot een integratief diagnostisch beschrijving en een indicatie voor behandeling. De samenwerking tussen de cliënt, diens naasten, de aanvrager van het onderzoek en de psycholoog, die verantwoordelijk is voor het diagnostisch onderzoek, is hierbij essentieel. Het proces van een psychologisch onderzoek, van aanvraag tot en met de terugrapportage van de bevindingen, kent opeenvolgende fasen en stappen, ieder met eigen aandachtspunten, die in dit hoofdstuk worden beschreven.
Katinka Franken

METHODEN VAN PERSOONLIJKHEIDSDIAGNOSTIEK

Voorwerk
5. Semigestructureerde interviews
Samenvatting
Binnen persoonlijkheidsdiagnostiek kan ervoor gekozen worden om het diagnostisch proces te ondersteunen middels een of meerdere semigestructureerde interviews. In een dergelijke interview worden vooraf geformuleerde vragen in een bepaalde volgorde en stijl, en volgens een vastgesteld format stapsgewijs doorlopen. Het doel daarvan is om heel systematisch alle relevant geachte informatie te verzamelen over bepaalde klachten, symptomen, psychodynamische patronen of persoonlijkheidstrekken. Zodoende kunnen deze factoren op een meer betrouwbare en valide wijze worden gebruikt voor de rubricering daarvan binnen een bepaald psychodiagnostisch referentiekader of classificatiesysteem. Semigestructureerde interviews lopen nogal uiteen met betrekking tot hun diagnostische doelstelling, het theoretische referentiekader, de duur en de stijl van de wijze van interviewen. Mogelijkheden en beperkingen van verschillende semigestructureerde interviews voor persoonlijkheidsdiagnostiek worden beschreven voor de Structured Clinical Interview for DSM-5 Personality Disorders (SCID-5-P) van de DSM-5-TR, het Semigestructureerd Interview voor Persoonlijkheidsfunctioneren DSM-5 (STiP-5.1) van het Alternatieve DSM-5-model (AMPS), het Structurele Interview van de persoonlijkheidsorganisaties van Kernberg, en het psychodynamische Ontwikkelingsprofiel van Abraham. Overeenkomsten en verschillen worden geïllustreerd aan de hand van een casus.
Theo Ingenhoven
6. Vragenlijsten
Samenvatting
Persoonlijkheidsvragenlijsten worden veelvuldig toepast binnen de persoonlijkheidsdiagnostiek. Vrijwel alle internationale en nationale richtlijnen bevelen het gebruik van vragenlijsten aan als aanvulling op andere methoden, zoals (semigestructureerde) interviews. Verder wordt aanbevolen om vragenlijsten spaarzaam en efficiënt toe te passen, met bij voorkeur meerdere informanten (bijvoorbeeld cliënten én hun naasten) en meerdere domeinen van onderzoek (bijvoorbeeld symptomen, persoonlijkheidstrekken en persoonlijkheidsfunctioneren). Voor zorgvuldige diagnostiek met persoonlijkheidsvragenlijsten dienen clinici daarnaast rekening te houden met kwaliteitseisen aan vragenlijsten. Dit betreft psychometrische aspecten zoals betrouwbaarheid, validiteit en kwaliteit van de normgroep(en) van persoonlijkheidsvragenlijsten en heeft ook betrekking op de cultuursensitiviteit en gendersensitiviteit van de test en leesbaarheid van de items. Ten slotte worden er in dit hoofdstuk aanwijzingen gegeven voor de interpretatie en rapportage van de scores op persoonlijkheidsvragenlijsten
Paul van der Heijden, Han Berghuis
7. Indirecte methoden
Samenvatting
In dit hoofdstuk volgt eerst een korte uiteenzetting van het kenmerkende van indirecte methoden in de diagnostiek van de persoonlijkheid en worden verschillende van deze tests omschreven. Ook wordt ingegaan op de achtergrond van indirecte methoden en verschillende vormen en tests die hiertoe worden gerekend. De Thematische Apperceptie Test (TAT), onder andere de afname, instructie van de afname van de TAT en de SCORS-G als formeel scoringssysteem van de TAT-narratieven staan vervolgens centraal in dit hoofdstuk. Besproken wordt wanneer de TAT als meetmethode goed is in te zetten en een uitgebreide casus wordt gepresenteerd. Ten slotte gaat dit hoofdstuk in op sterke kanten en beperkingen van het gebruik van indirecte methoden in de psychodiagnostiek, in het bijzonder van de TAT en SCOR-G.
Eric Versteeg

KADERS VOOR PERSOONLIJKHEIDSDIAGNOSTIEK

Voorwerk
8. Therapeutisch Psychologisch Onderzoek
Samenvatting
Therapeutisch Psychologisch Onderzoek (TPO) is een semigestructureerd model van psychodiagnostiek dat is ontwikkeld door Stephen Finn. Het is een vorm van psychodiagnostisch onderzoek van, met en voor de cliënt. Het doel van TPO is om antwoorden te geven op de vragen van de client en zijn context en daarmee een nieuw verklaringsmodel te ontwikkelen samen met de cliënt. TPO verschilt van reguliere psychodiagnostische methoden doordat het de nadruk legt op samen onderzoeken, een “not knowing”-attitude en het continu proberen te begrijpen van de cliënt. De basishouding van de onderzoeker kenmerkt zich door nieuwsgierigheid, bescheidenheid, en empathie. TPO bevordert zo de zelfeffectiviteit en het epistemisch vertrouwen bij cliënten, wat de zelfontdekking vergemakkelijkt en zelfvalidatie bevordert. Aan de hand van een casus wordt het gebruik van de multimethodische aanpak beschreven. Hierbij worden zelfrapportage-instrumenten gecombineerd met indirecte metingen om zo antwoorden te verschaffen op de vragen van deze cliënt en haar verwijzer.
Hilde de Saeger
9. Dynamische Theoriegestuurde Profielinterpretatie
Samenvatting
Dit hoofdstuk behandelt de theoriegestuurde interpretatie van scoreprofielen van persoonlijkheidsvragenlijsten vanuit een contextueel perspectief. Door scoreprofielen van bottom-up geconstrueerde instrumenten, zoals de MMPI-2 en de NVM-NKPV, theoriegestuurd van klinische betekenis te voorzien kan de psychodiagnosticus op een snelle en verantwoorde wijze waardevolle hypothesen genereren over de onderliggende verhouding veerkracht-kwetsbaarheid. Dit geeft een inschatting van de coverte psychische structuur van de cliënt die hulp zoekt voor psychische problemen. Deze informatie helpt de clinicus te komen tot een passende en gepersonaliseerde behandelindicatie doordat over- en onderschatting van iemands psychologische-psychotherapeutische behandelmogelijkheden zo veel mogelijk wordt voorkomen. Dit hoofdstuk verduidelijkt deze Dynamische Theoriegestuurde Profielinterpretatie, de DTP-methode. Een casusbeschrijving illustreert deze werkwijze.
Wim Snellen
10. Het Alternatief DSM-5-model voor Persoonlijkheidsstoornissen
Samenvatting
Het Alternatief DSM-5-model voor persoonlijkheidsstoornissen (APA, 2013) is het hybride categoriaal-dimensioneel model voor de classificatie van persoonlijkheidsstoornissen conform de DSM-5, deel III. Dit alternatief model biedt de mogelijkheid om het persoonlijkheidsfunctioneren te beoordelen in een mate van ernst van disfunctioneren. Daarbij wordt een profiel van de voor de persoon kenmerkende persoonlijkheidstrekken gemeten. Dit hoofdstuk bespreekt de verschillende aspecten van dit model en beschrijft hoe dit model toe te passen in de klinische praktijk met behulp van nieuwe diagnostische instrumenten die ontwikkeld zijn in de context van dit alternatief model.
Han Berghuis

DOMEINEN VAN PSYCHOPATHOLOGIE

Voorwerk
11. Persoonlijkheidsdiagnostiek en licht verstandelijke beperking
Samenvatting
Mensen met een licht verstandelijke beperking of zwakbegaafdheid (doelgroep LVB) hebben door hun beperkingen een verhoogd risico op het ontwikkelen van psychopathologie, waaronder ook persoonlijkheidsproblematiek. Persoonlijkheidsdiagnostiek bij de doelgroep LVB wordt onder andere bemoeilijkt door de overeenkomsten tussen beperkingen in persoonlijkheidsfunctioneren en beperkingen in het intellectueel, adaptief en emotioneel functioneren. In dit hoofdstuk wordt gepleit voor een dimensionele en integratieve (persoonlijkheids)diagnostiek om hulpvragen te verduidelijken en het behandel- en ondersteuningsklimaat te optimaliseren. Er worden daarnaast praktische suggesties gegeven om de diagnostiek aan te laten sluiten bij de beperkingen in taalvaardigheid die de doelgroep LVB ervaart.
Renate van der Heijden, Inge Verhagen, Hanneke Janssen, Bram Toll, Paul van der Heijden, Robert Didden
12. Persoonlijkheidsdiagnostiek en het autismespectrum
Samenvatting
Psychodiagnostiek van autismespectrumstoornis (ASS) bij volwassenen wordt in de praktijk vaak beschouwd als complex en ingewikkeld, onder meer op grond van veelvoorkomende comorbiditeit en differentiële diagnosen. Vaak komt daarbij de vraag of er sprake is van ASS en/of persoonlijkheidspathologie. Dit hoofdstuk neemt de psychodiagnosticus mee in de te nemen stappen en de daarbij te gebruiken meetinstrumenten in de psychodiagnostiek van ASS, en de mogelijke indicaties voor aanvullend persoonlijkheidsonderzoek. Een casus illustreert hoe de psychodiagnosticus informatie uit gesprek en observatie en scores op meetinstrumenten interpreteert en daarmee verschillende bronnen integreert om zo ASS en persoonlijkheidspathologie te overwegen zonder zich blind te staren op de scores op meetinstrumenten. Tot slot wordt besproken dat de psychodiagnosticus de (differentieel)diagnostische overwegingen dient te maken op grond van kennis, kunde en ervaring met de betreffende concepten.
Richard Vuijk
13. Persoonlijkheidsdiagnostiek en ADHD
Samenvatting
ADHD bij volwassenen wordt gekenmerkt door een levenslang patroon van concentratieproblemen, hyperactiviteit, impulsiviteit, emotieregulatieproblemen en problemen in de executieve functies. In elke levensfase kan dit andere problemen en klachten geven. Mensen met ADHD melden zich meestal voor hulp als ze vastlopen of last krijgen van symptomen van een comorbide stoornis. Herkenning van ADHD als mogelijke achtergrond van de ervaren klachten is noodzakelijk. De DIVA-5 (diagnostisch interview voor ADHD bij volwassen) is een gestructureerde vragenlijst die bij vermoeden op ADHD helpt klachten, beloop en disfunctioneren in kaart te brengen. Ervaring met ADHD-problematiek én veelvoorkomende comorbiditeit is een voorwaarde voor correcte afname van de DIVA. Er is een hoge comorbiditeit met persoonlijkheidsproblematiek en de differentiële diagnostiek kan ingewikkeld zijn, doordat er overlappende symptomen en criteria zijn en doordat ADHD-symptomen een grote impact op de persoonlijkheidsontwikkeling kunnen hebben.
Nannet Buitelaar
14. Persoonlijkheidsdiagnostiek en psychose
Samenvatting
Persoonlijkheidsstoornissen kunnen gepaard gaan met psychotische fenomenen, en bij psychotische stoornissen is vaak ook sprake van persoonlijkheidsproblematiek. Meestal verwijst het gezamenlijk voorkomen ervan naar de complexiteit en ernst van de problematiek en naar een slechtere prognose. In de behandelpraktijk wordt vaak gekozen voor een differentieeldiagnostische benadering waarbij ófwel de psychotische stoornis ófwel een persoonlijkheidsstoornis als primaire classificatie wordt benoemd, en eventueel de andere als een bijkomende ’comorbide’ stoornis. Deze benadering heeft naast een praktische meerwaarde ook evidente beperkingen. Steeds vaker wordt een meer transdiagnostische benadering op basis van dimensionele modellen bepleit, zonder een strikte categoriale indeling, hetgeen kan bijdragen aan meer gepersonaliseerde diagnostiek als basis voor het behandelbeleid.
In dit hoofdstuk wordt bijdragen aan de diagnostiek rond psychose(gevoeligheid) en persoonlijkheidsproblematiek belicht vanuit drie gebruikelijke, elkaar aanvullende, perspectieven: het descriptief-fenomenologische gezichtspunt, de psychodynamische benadering en de persoonlijkheidstrekken-benadering. Het proces van klinische diagnostiek kan desgewenst worden ondersteund met uiteenlopende diagnostische instrumenten die vanuit deze drie perspectieven zijn ontwikkeld. Het hoofdstuk beschrijft een aantal praktische adviezen voor de dagelijkse praktijk, geïllustreerd aan de hand van een casus.
Theo Ingenhoven, Rikus Knegtering
15. Persoonlijkheidsdiagnostiek en depressie
Samenvatting
Depressie en persoonlijkheidsproblematiek komen vaak samen voor en kunnen als verweven worden beschouwd. Depressieve beelden beïnvloeden de manifestatie van persoonlijkheidsproblematiek en omgekeerd. Daar zal in de diagnostiek rekening mee gehouden moeten worden. In de gangbare psychotherapeutische stromingen is deze verwevenheid in meer of mindere mate geëxpliciteerd. De meeste diagnostische instrumenten en de handboeken voor de classificatie van psychische stoornissen gaan echter wel uit van aparte beelden. Het is daarom aan de clinicus om middels diagnostiek persoonlijkheidskenmerken en depressieve symptomen te differentiëren en bij comorbiditeit te integreren. Dat kan door in een zorgvuldige anamnese het beloop in ogenschouw te nemen en te bespreken of het gaat om klachten die al langdurig bestaan en als ik-eigen worden beleefd, dan wel nieuw zijn en niet als zodanig van zichzelf worden herkend. Vooral bij ernstige beelden is het van belang te onderkennen of de depressie op de voorgrond staat, dit vanwege de indicatiestelling voor depressiebehandeling en het hanteren van het suïciderisico. Dit hoofdstuk geeft daarvoor handvatten. Ondanks de beperkte evidentie over de voorkeursbehandeling bij comorbiditeit is duidelijk dat zowel depressie als persoonlijkheidsproblematiek aanzienlijk kunnen verbeteren als een adequaat behandeltraject gevolgd wordt.
Rien Van
16. Persoonlijkheidsdiagnostiek en traumagerelateerde stress
Samenvatting
Er is veel discussie rond de overlap en verschillen in de classificaties posttraumatische stressstoornis (PTSS), complexe-PTSS (CPTSS) en borderline-persoonlijkheidsstoornis (BPS). Dergelijke discussies hebben weliswaar geleid tot aanpassingen in de DSM-5 en ICD-11, maar de nog altijd bestaande onduidelijkheden hieromtrent leiden in de klinische praktijk tot onwenselijke verschillen in benadering. De persoonlijke visie van de clinicus beïnvloedt de keuze van instrumenten die worden ingezet, op welke wijze wordt gerapporteerd en welke behandeling wordt geïndiceerd. Evident is dat de gevolgen van psychotrauma verder reiken dan de symptomen waaruit de classificatie PTSS is opgebouwd. Onafhankelijk van de door de clinicus gehanteerde visie op aan trauma gerelateerde problematiek kunnen relevante symptoomdomeinen vanuit een transdiagnostisch perspectief in kaart worden gebracht. Gezien de complexiteit van symptomen gerapporteerd bij CPTSS, die aanvullend zijn op PTSS en moeilijk te onderscheiden van BPS, is het van belang om klinische diagnostiek te ondersteunen met bij voorkeur semigestructureerde interviews. Differentiële diagnostiek met betrekking tot persoonlijkheidspathologie is lastig, maar noodzakelijk omdat de focus van de behandeling, tenminste deels, anders is. Alleen dan is een afgestemde behandeling van trauma(gerelateerde) symptomen en persoonlijkheidsproblematiek mogelijk.
Elisa van Ee
17. Persoonlijkheidsdiagnostiek en aanhoudende lichamelijke klachten
Samenvatting
Bij de somatisch-symptoomstoornis is er sprake van aanhoudende lichamelijke klachten (ALK) in combinatie met disproportionele en persisterende gedachten, gevoelens of gedragingen in reactie op deze klachten. De etiologie van de somatisch-symptoomstoornis wordt gezien als een complex samenspel van vele mogelijke biopsychosociale factoren, die in ieder individu verschillend kunnen zijn. In de psychodiagnostiek heersen nog vaak oude en onjuiste dualistische opvattingen, bijvoorbeeld dat het begrip ‘somatisatie’ inwisselbaar zou zijn met het begrip ALK. Persoonlijkheidsdisfunctioneren of -stoornissen kunnen op vele manieren samengaan met, of comorbide voorkomen aan ALK en de somatisch-symptoomstoornis. In dit hoofdstuk laten wij zien dat transdiagnostische Diagnostiek volgens het Gevolgenmodel (DvGM) een bruikbare methode is om dit te verhelderen en tot een gepersonaliseerde behandeling te komen.
Lot Spiertz, Lineke Tak
18. Persoonlijkheidsdiagnostiek en verslaving
Samenvatting
De combinatie van een stoornis in middelengebruik en een persoonlijkheidsstoornis komt veelvuldig voor. Comorbide problematiek leidt veelal tot slechtere resultaten van een evidence-based behandeling van één van de afzonderlijke stoornissen. Het gelijktijdig aanwezig zijn van een persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in middelengebruik wordt in de praktijk echter vaak niet onderkend, wat leidt tot onderbehandeling van beide aandoeningen. In dit hoofdstuk worden knelpunten in de diagnostiek van deze specifieke dubbele diagnose besproken en worden adviezen gegeven voor het op valide wijze diagnosticeren van deze veelvoorkomende comorbiditeit. Hierbij zullen aanbevelingen worden gedaan om valkuilen van ‘onderdiagnostiek’ en ‘overdiagnostiek’ van deze specifieke dubbele diagnose zo veel mogelijk te voorkomen.
Bart Mol, Roos van Oort

SPECIFIEKE DOELGROEPEN EN CONTEXTEN

Voorwerk
19. Persoonlijkheidsdiagnostiek bij jongeren
Samenvatting
Kansrijk en kwetsbaar, zo kunnen zowel de levensfase van jongeren als het verrichten van persoonlijkheidsdiagnostiek bij jongeren worden beschreven. Persoonlijkheidsdiagnostiek in deze levensfase is belangrijk omdat er in deze levensfase veel mogelijkheden zijn voor ontwikkeling van de persoonlijkheid, maar ook een verhoogd risico op allerlei vormen van psychopathologie, waaronder persoonlijkheidspathologie. Als stagnaties in de persoonlijkheidsontwikkeling op tijd ontdekt worden kun je tijdig ingrijpen en dat verbetert de prognose. Persoonlijkheidsdiagnostiek is ook kwetsbaar omdat de terugkoppeling van een diagnostisch onderzoek de identiteitsontwikkeling kan beïnvloeden. Bovendien vormt deze levensfase een uitdaging met betrekking tot het kiezen van geschikte instrumenten met passende normgroepen. Dit hoofdstuk beschrijft perspectieven die belangrijk zijn om in acht te nemen bij het doen van persoonlijkheidsdiagnostiek bij jongeren. Daarnaast wordt een raamwerk voorgesteld om verschillende aspecten van persoonlijkheid te integreren op een dimensionele en ontwikkelinggerichte manier, met aandacht voor dispositionele persoonlijkheidstrekken, karakteristieke adaptaties en de narratieve identiteit, op basis van informatie vanuit verschillende informanten. Deze informatie kan vervolgens worden geïntegreerd in een persoonlijke en begrijpelijke brief voor de jongere, en in een klinisch diagnostisch beeld voor clinici. Het toepassen van dit raamwerk wordt geïllustreerd aan de hand van een casus.
Nagila Koster, Odilia Laceulle, Nina Verduijn, Paul van der Heijden
20. Persoonlijkheidsdiagnostiek bij ouderen
Samenvatting
Er is een aantal uitdagingen ten aanzien van het verrichten van persoonlijkheidsdiagnostiek bij ouderen, zoals de specifieke manifestaties van persoonlijkheidspathologie op latere leeftijd, de invloed van somatische, neurocognitieve en contextuele factoren op het persoonlijkheidsfunctioneren, de beperkte toepasbaarheid van de gangbare classificatiecriteria voor persoonlijkheidsstoornissen, alsmede het bescheiden aantal voor ouderen gevalideerde diagnostische instrumenten. Anderzijds biedt de ouderdom specifieke mogelijkheden voor persoonlijkheidsdiagnostiek middels een analyse van de lange levensgeschiedenis. Hierdoor is er doorgaans retrospectief ruime informatie voorhanden om zicht te krijgen op patronen van functioneren die vaak al lang bestaan, en de wijze waarop die kunnen fluctueren in ernst onder invloed van de veranderende (sociale) omstandigheden. In dit hoofdstuk wordt bovendien ingegaan op enkele specifieke screeningsinstrumenten om persoonlijkheidspathologie bij ouderen te detecteren en wordt er een overzicht gegeven van de leeftijdsgevoeligheid van gebruikelijke persoonlijkheidsvragenlijsten en -interviews. Er wordt een voorstel gepresenteerd van een gefaseerd diagnostisch onderzoek bij ouderen.
Bas van Alphen, Sylvia Heijnen-Kohl, Gina Rossi
21. Persoonlijkheidsdiagnostiek in de forensische juridische context
Samenvatting
Persoonlijkheidsdiagnostiek in een juridische context verschilt van diagnostiek in de behandelsetting in doelstelling, in de rol van de onderzoeker en in de context. Antisociaal gedrag kan voorkomen bij verschillende psychische stoornissen, maar ook bij mensen die niet voldoen aan de criteria van een psychische stoornis. In dit hoofdstuk wordt de verbijzondering van persoonlijkheidsdiagnostiek in een forensisch-psychiatrische context beschreven, zowel in de fase van de pro-justitia-rapportage als in de forensische behandelsetting. Ook wordt ingegaan op de kenmerken en uitingsvormen van de antisociale-persoonlijkheidsstoornis en psychopathie. Voor clinici werkzaam in de reguliere ggz biedt dit hoofdstuk handvatten voor de inschatting van risico op antisociaal gedrag en het bewaken van de eigen veiligheid.
Sabine Roza
22. Cultuursensitieve persoonlijkheidsdiagnostiek
Samenvatting
Een dilemma in de persoonlijkheidsdiagnostiek bij cliënten met een migratieachtergrond is gelegen in de vraag of patronen in gedrag, denken en/of voelen verwijzen naar mogelijke disadaptatie op basis van persoonlijkheidspathologie, of juist passend zijn binnen de culturele achtergrond van de cliënt. In dit hoofdstuk wordt een drie-fasen-methodiek voorgesteld om meer zicht te krijgen op culturele invloeden op de expressie van klachten, symptomen en gedrag. Deze methodiek kan worden gezien als aanvulling op een (reguliere) intake. Gepleit wordt voor een benadering waarin persoonlijkheidskenmerken bovenal worden beoordeeld als adaptief of disadaptief. In het laatste geval kan dat leiden tot een indicatie voor behandeling. De drie-fasen-methodiek wordt toegelicht aan de hand van een casus van een cliënt in Nederland met een niet-westerse culturele achtergrond.
Mario Braakman

BESLUIT

Voorwerk
23. Gepaste toepassing van persoonlijkheidsdiagnostiek
Samenvatting
In dit laatste hoofdstuk van het Praktijkboek Persoonlijkheidsdiagnostiek wordt persoonlijkheidsdiagnostiek geplaatst in het veranderende zorglandschap. Er is sprake van een toename van de prevalentie van psychische stoornissen onder jongeren, er dient zich een ‘dubbele vergrijzing’ aan, en de aandacht voor diversiteit in de samenleving wordt groter. Passende zorg en passende (persoonlijkheids)diagnostiek wordt nadrukkelijker gedefinieerd. Dit hoofdstuk sluit af met een beschouwing over gepaste toepassingen van persoonlijkheidsdiagnostiek vanuit de diverse perspectieven en methoden zoals in dit boek beschreven, en vanuit een perspectief op de toekomst op basis van kennis uit het verleden.
Han Berghuis, Theo Ingenhoven, Paul van der Heijden
Nawerk
Meer informatie
Titel
Praktijkboek persoonlijkheidsdiagnostiek
Redacteuren
Han Berghuis
Theo Ingenhoven
Paul van der Heijden
Copyright
2024
Uitgeverij
BSL Media & Learning
Elektronisch ISBN
978-90-368-2855-0
Print ISBN
978-90-368-2854-3
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2855-0