Skip to main content
Top

2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk

6. Posttraumatische stressstoornis (PTSS)

Auteur : Trix van Lieshout

Gepubliceerd in: Pedagogische adviezen voor speciale kinderen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De psychische gevolgen na een schokkende gebeurtenis, zoals een ongeval, geweldsdelict, brand, mishandeling, seksueel misbruik of het verlies van een geliefde, grijpen diep in. Gevoelens van angst en ontreddering beheersen kortere of langere tijd het leven. Als er na drie maanden sprake is van stagnatie moet er intensievere therapie volgen. Vaak blijkt dit echter niet nodig, als er ruimte is geweest voor het uiten van alle verwarrende gevoelens en deze in een kader gezet konden worden. Gemiddeld heeft iemand zo’n drie tot zes maanden nodig voor dit normale rouwverwerkingsproces. De posttraumatische stressstoornis (PTSS), een angststoornis, is pas in 1980 in de DSM opgenomen. Niet dat de stoornis nieuw is: de oude Grieken beschreven die al na een veldslag en in de recentere geschiedenis sprak men van ‘oorlogsneurose’, ‘soldier’s heart’ of ‘shell shock’. Oneerbiedig werd er over ‘stressgedoe’ gesproken na de Eerste Wereldoorlog en de Vietnamoorlog. Pas recentelijk is vastgesteld dat onder Vietnamveteranen 18,7 procent de stressstoornis heeft ontwikkeld (Sijbrandij, 2006).
Metagegevens
Titel
Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
Auteur
Trix van Lieshout
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6891-4_6