Abstract
Het afgelopen decennium vond een belangrijke evolutie plaats in de restauratieve tandheelkunde. Vanwege de grotere vraag naar esthetische restauraties en de mogelijke toxiciteit van de amalgaamrestauraties werden de witte restauratiematerialen ontwikkeld. Na de komst van de chemisch hardende composieten stapte men over op de fotopolymeriserende composieten die veel handiger in gebruik waren en die ook veel betere esthetische resultaten gaven. De steeds betere fysische eigenschappen en modificaties van deze materialen maken zowel een gebruik mogelijk in de frontzone als in de posterieure zone, waardoor langzaam maar zeker de grijze amalgaamrestauratie in de verdrukking komt. De ontwikkeling van fotopolymeriserende materialen ging verder met de intrede van de kunstharsgemodificeerde glasionomeren, polyzuurgemodificeerde composieten (compomeren) en lichtuithardende cementen.