Samenvatting
De prevalentie van polyfarmacie varieert tussen 30–45 % van de ouderen in Nederland. Bij de oudere patiënt zijn er enkele onderdelen van de farmacokinetiek die anders verlopen dan bij de volwassen populatie. Deze onderdelen worden hier gekoppeld aan orgaansystemen. Van een aantal medicijnen is bekend dat ze bij ouderen gemiddeld gesproken tot een versterkt of juist verzwakt effect leiden. Dit kan komen door veranderde farmacodynamiek. Verschillende risicofactoren voor het ontstaan van (soms gevaarlijke) bijwerkingen zijn aan te wijzen die met de externe en persoonlijke kenmerken van de patiënt samenhangen. Polyfarmacie is bij uitstek een geriatrisch probleem dat een multidisciplinaire aanpak behoeft. Een veilige inname van medicatie begint bij het goed en deskundig voorschrijven. Met behulp van het ‘rodevlaggeninstrument’ (een checklist) kan een verpleegkundige gevaarlijke situaties of bijwerkingen signaleren. Er zijn diverse verpleegkundige interventies om zelfmanagement, en daarmee therapietrouw, te bevorderen.