Er wordt door chirurgen vaak te ingewikkeld gekeken naar een gebroken heup van een patiënt. Dat vindt Daphne van Embden (31). Zij promoveerde onlangs in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC).
In haar proefschrift – getiteld ‘Facts and fiction in hip fracture treatment’ – zet Daphne van Embden feiten en fabels op een rijtje over hoe een heupbreuk het beste kan worden behandeld. Ze liet voor haar onderzoek onder meer chirurgen naar dezelfde heupbreuk kijken. Wat bleek? Die waren het vaak niet met elkaar eens over hoe de breuk het beste kon worden behandeld. “De classificatie van heupbreuken kan een stuk beter. Het gaat om de taal die je spreekt. De classificatie moet zo zijn, dat de jongste assistent op de eerste hulp meteen ziet wat de juiste behandeling is voor een patiënt met een gebroken heup.’’
Complicaties
Dat is niet de enige uitkomst van haar proefschrift. Ook bracht Van Embden in kaart waarom een patiënt na een heupbreuk wel of niet zonder complicaties herstelt. “Dat is gedaan door als het ware metalen korreltjes in de breuk te schieten. De maanden daarop kon worden gekeken hoe de breuk bewoog.” Van Embden hield een groep patiënten tot een jaar na hun behandeling in de gaten. Ze hoopt dat de door haar geteste meetmethode in de toekomst kan voorspellen of een heupbreuk wel of niet zonder problemen geneest. “Maar zover zijn we nog niet. Je moet dan onderzoek doen bij zeer veel patiënten, als je zoiets wilt aantonen. Het is nu bewezen dat de beweging in zo’n breuk en de daardoor optredende problemen in beeld kunnen worden gebracht. Dit soort onderzoek gaat in stapjes.”
Bron: LUMC