Gepubliceerd in:
2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
10. Pijnmodulerende systemen
Samenvatting
Ons pijnsysteem is geen statisch systeem van opstijgende banen, maar kan gemoduleerd worden door afdalende systemen die hun oorsprong hebben in de hersenstam (PAG = periaqueductale grijze stof, en RVM = rostroventromediaal medullair gebied). Via deze systemen kan de pijngevoeligheid gericht worden vergroot (pijnfacilitatie) of verkleind (pijninhibitie). Wanneer overleving prioriteit heeft, zien we een pijninhibitie: stressanalgesie. In andere situaties, bijvoorbeeld wanneer onduidelijk is wat er aan de hand is, zien we juist een toename van de pijngevoeligheid. Sommige pijnmodulerende systemen werken via endorfinen: lichaamseigen, morfineachtige stoffen. Het pijnmodulerende systeem kan door uiteenlopende factoren worden beïnvloed, bijvoorbeeld door stress, emoties, cognities, verwachtingen, leerprocessen, counterstimulatie of acupunctuur. Pijnvermindering door een placebo blijkt voor een groot deel via endorfinerge pijninhiberende systemen tot stand te komen. Een nocebo-effect ontstaat o.a. wanneer de patiënt meer pijn verwacht, bijvoorbeeld door negatieve informatie (‘uw rug is versleten’). Via pijnfaciliterende systemen wordt dan de pijngevoeligheid vergroot.