Samenvatting
Nadat de intake volgens het PSCEGSM-model is gedocumenteerd, wordt er een pijneducatie gegeven. Deze pijneducatie komt het best tot zijn recht in twee delen: een eerste deel door een arts en een tweede deel door een fysiotherapeut en een psycholoog. Het eerste deel spitst zich toe op de neurofysiologie van de pijn en het tweede gedeelte gaat in op de onderhoudende factoren. De voordelen van een transdisciplinaire pijneducatie zijn dat er door alle betrokken disciplines nauw wordt samengewerkt. Hierdoor wordt een zo volledig mogelijk beeld van de problematiek verkregen, worden knelpunten of onbegrip bij de patiënt snel gesignaleerd en krijgt elke discipline voldoende ruimte om zich te focussen op haar expertise. Transdisciplinaire pijneducatie omvat het gehele biopsychosociale model; dit lijkt dan ook een zeer goede eerste stap in de cognitief-gedragsmatige behandeling van pijn.