01-08-2012 | Psychodiagnostiek
Persoonlijkheidsstoornissen in de DSM-5
Auteur:
Theo Ingenhoven
Gepubliceerd in:
Psychopraktijk
|
Uitgave 4/2012
Log in om toegang te krijgen
Extract
De diagnostische classificatie van persoonlijkheidsstoornissen lijkt in de DSM-5 ingrijpend te gaan veranderen: persoonlijkheidsstoornissen verhuizen van As-II naar As-I; ons inmiddels vertrouwde jargon van ‘cluster A’, ‘cluster B’ of ‘cluster C’ -stoornissen komt te vervallen; de schizoïde, paranoïde, theatrale en afhankelijke persoonlijkheidsstoornissen verdwijnen van toneel, evenals de meest frequent gestelde diagnose ‘persoonlijkheidsstoornis NAO’. In plaats daarvan is een ‘hybride model’voorgesteld in vier stappen. Achtereenvolgens dienen te worden vastgesteld: hetNiveau van persoonlijkheids-functioneren, zes nieuw omschrevenPersoonlijkheidsstoornis ‘typen’ (antisociaal, borderline, schizotypisch, ontwijkend, obsessief-compulsief en narcistisch), een palet van maar liefst 25Persoonlijkheidstrekken (verdeeld over de vijf hoofddomeinen: Negatieve affectiviteit, Afstandelijkheid, Antagonisme, Ongeremdheid en Psychoticisme), en of er sprake is van eenpersoonlijkheidsstoornis ja/nee op basis van disadaptief functioneren. Al deze zaken dienen dimensioneel te worden gekwantificeerd, ook bij de diagnostische classificatie van alle andere psychische stoornissen! …