Samenvatting
Depressie en persoonlijkheidsproblematiek komen vaak samen voor en kunnen als verweven worden beschouwd. Depressieve beelden beïnvloeden de manifestatie van persoonlijkheidsproblematiek en omgekeerd. Daar zal in de diagnostiek rekening mee gehouden moeten worden. In de gangbare psychotherapeutische stromingen is deze verwevenheid in meer of mindere mate geëxpliciteerd. De meeste diagnostische instrumenten en de handboeken voor de classificatie van psychische stoornissen gaan echter wel uit van aparte beelden. Het is daarom aan de clinicus om middels diagnostiek persoonlijkheidskenmerken en depressieve symptomen te differentiëren en bij comorbiditeit te integreren. Dat kan door in een zorgvuldige anamnese het beloop in ogenschouw te nemen en te bespreken of het gaat om klachten die al langdurig bestaan en als ik-eigen worden beleefd, dan wel nieuw zijn en niet als zodanig van zichzelf worden herkend. Vooral bij ernstige beelden is het van belang te onderkennen of de depressie op de voorgrond staat, dit vanwege de indicatiestelling voor depressiebehandeling en het hanteren van het suïciderisico. Dit hoofdstuk geeft daarvoor handvatten. Ondanks de beperkte evidentie over de voorkeursbehandeling bij comorbiditeit is duidelijk dat zowel depressie als persoonlijkheidsproblematiek aanzienlijk kunnen verbeteren als een adequaat behandeltraject gevolgd wordt.