Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Urologie 8/2022

Open Access 12-09-2022 | Artikel

Patiëntgerapporteerde uitkomsten na chirurgische correctie van de peniele kromstand

Auteurs: drs. Elton J. V. Oostenbrink, em. prof. dr. Eric J. H. Meuleman, dr. Garry L. S. Pigot

Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Urologie | Uitgave 8/2022

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
insite
ZOEKEN

Samenvatting

In deze studie werd gekeken naar patiëntgerapporteerde uitkomsten bij mannen met een congenitale peniele kromstand (CPK) en een verworven peniele kromstand (VPK) die een cavernoplicatie of cavernoplastiek ondergingen. Met een zelfvervaardigde vragenlijst werden de volgende domeinen geëvalueerd: uiterlijk van de penis, erectiele functie, geslachtsgemeenschap en bevindingen van de partner. De vragenlijst werd ingevuld door 55 van de 115 benaderde patiënten (responspercentage 48 %). Dit betrof 9 CPK- en 46 VPK-patiënten. Alle CPK-patiënten ondergingen een cavernoplicatie. Van de 46 VPK-patiënten ondergingen er 15 een cavernoplicatie en 31 een cavernoplastiek. CPK-patiënten scoorden na de ingreep op alle domeinen tevreden. VPK-patiënten scoorden tevreden, uitgezonderd op vier items in wisselende domeinen, waarop zij niet-tevreden scoorden. Dit was ongeacht de gebruikte chirurgische techniek. De postoperatieve tevredenheid bij VPK-patiënten kan dan ook tegen vallen.

Introductie

Kromstand van de penis kan zowel congenitaal als verworven van aard zijn. De congenitale peniele kromstand (CPK) wordt vaak duidelijk gedurende de puberteit bij de eerste erecties van de penis. De gerapporteerde prevalentie van CPK is 0,4/1.000 [1]. Verworven peniele kromstand (VPK), vaak secundair aan de ziekte van Peyronie, treedt in de meeste gevallen op na 40-jarige leeftijd, met een geschatte prevalentie van 3,2–8,9 % (en hoger in bepaalde subgroepen zoals bij diabetes mellitus en hypertensie) [2].
Naast mechanische belemmeringen (moeizame of een geheel onvermogen tot penetratieve seks) heeft de peniele kromstand ook een negatieve invloed op de psyche en kan deze leiden tot verminderd zelfvertrouwen, faalangst en secundaire erectiestoornissen. Bekend is dat 54 % van de paren een depressieve stemming, relatieproblemen en angst rapporteert [24]. CPK kan adolescenten ervan weerhouden een (seksuele) relatie aan te gaan [5].
Chirurgie blijft de gouden standaard voor de correctie van de peniele kromstand, ongeacht de etiologie van de kromstand. In de literatuur worden grofweg drie operatieve technieken beschreven [6]:
1.
cavernoplicatie met verkorting van de convexe zijde van de tunica albuginea;
 
2.
cavernoplastiek middels plaque-incisie of excisie met grafting;
 
3.
de implantatie van erectieprotheses.
 
De geometrische en functionele uitkomsten van deze verschillende chirurgische technieken zijn reeds veelvuldig beschreven. Postoperatieve patiëntgerapporteerde uitkomsten bij de ziekte van Peyronie, zoals patiënttevredenheid, daarentegen zijn schaars en lopen sterk uiteen [710]. Gegevens over de tevredenheid bij CPK-patiënten ontbreken.
Het doel van deze studie was nagaan wat de patiëntgerapporteerde uitkomsten zijn na chirurgische correctie van de peniele kromstand bij CPK- en VPK-patiënten.

Materiaal

Patiënten die waren geopereerd tussen maart 2010 en augustus 2015 werden middels een informatiebrief gevraagd om deel te nemen aan het onderzoek. De mannen van wie wij het ondertekende toestemmingsformulier retour ontvingen werden vervolgens door ons benaderd. Alle patiënten die een cavernoplicatie en cavernoplastiek ondergingen, werden geïncludeerd. Patiënten die een erectieprothese kregen ter correctie van de kromstand werden geëxcludeerd.
Het toentertijd gehanteerde operatieve plan werd besproken op basis van: de ernst van de kromstand, het onvermogen om geslachtsgemeenschap te hebben, de preoperatieve gemeten gestrekte penislengte, de erectiele functie en het seksueel functioneren.
De patiëntkarakteristieken werden middels dossieronderzoek verzameld, namelijk etiologie van de kromstand, leeftijd ten tijde van de operatie, soort ingreep, operatieduur, verblijfsduur in het ziekenhuis en postoperatieve complicaties. Patiëntgerapporteerde uitkomsten ter beoordeling van de postoperatieve tevredenheid werden verzameld via een zelfvervaardigde niet-gevalideerde vragenlijst. Deze lijst bestond uit de volgende (psycho)seksuele domeinen: 1) uiterlijk van de penis; 2) erectiele functie; 3) geslachtsgemeenschap en 4) bevindingen van de partner.
De vragenlijst bestond uit 15 vragen waarvan 11 afkomstig waren uit de Peyronie Disease Questionnaire (PDQ), de International Index of Erectile Function (IIEF), de Nederlandstalige Post-Investigation Questionnaire (PIO-R) en de genitale Body Dysmorphic Disorder-vragenlijst (BDD) [1114]. De vier resterende vragen waren door onszelf geformuleerd (Q5, 6, 14 en 15). Scoren gebeurde, afhankelijk van de aard van de vraag, op een 5‑punts Likert-schaal, op een nominale of op een dichotome schaal. Aan het eind van de vragenlijst bestond de mogelijkheid om op- of aanmerkingen te maken.
Beschrijvende statistiek werd toegepast voor het analyseren van de patiëntkarakteristieken en, na schriftelijk verkregen toestemming, ook voor analyse van de gerapporteerde uitkomsten. Op advies van de Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek van het VUmc werd de afkapwaarde van de mediane uitkomstwaarden (Q1–4 en Q7–15) vastgesteld op 3,70, waarbij een waarde < 3,70 ‘overwegend niet tevreden tot niet tevreden’ betekende en een waarde ≥ 3,70 ‘overwegend tevreden tot tevreden’.
Ontbrekende antwoorden werden niet meegenomen in analyse. Analyse werd verricht met behulp van IBM SPSS Statistics Version 22-software.

Resultaten

Tussen maart 2010 en augustus 2015 werden 115 patiënten met een peniele kromstand geopereerd; 34 CPK- en 81 VPK-patiënten.

Dossieronderzoek

Alle 34 patiënten met CPK ondergingen een cavernoplicatie (fig. 1). De mediane leeftijd ten tijde van de operatie was 27 jaar (range 17–55), de gemiddelde operatieduur was 98 minuten (range 51–285) en de opnameduur was gemiddeld 1 dag (range 1–2). De ernst van de kromstand bepaalde per patiënt het aantal benodigde plicatiehechtingen tot een optisch acceptabele residuele kromstand.
Van de 81 VPK-patiënten ondergingen er 22 een cavernoplicatie (fig. 2) en 59 een cavernoplastiek (fig. 3). De mediane leeftijd ten tijde van de operatie was 57 jaar (range 26–75), de gemiddelde operatieduur was 68 minuten (cavernoplicatie) en 124 minuten (cavernoplastiek); de gemiddelde opnameduur was 1 dag (range 0–2 dagen).
De postoperatieve complicaties in de totale studiepopulatie (CPK + VPK = 115 mannen) betroffen volgens de Clavien-Dindo-classificatie: graad I (n = 6: hematoom; n = 1: hypo-esthesie; n = 1: urethraletsel), graad II (n = 2: infectie), graad III (n = 2: nabloeding waarvoor drukverband), graad IIIb (n = 2: hematoom, waarvoor evacuatie van bloedstolsels tussen de fascie van Dartos en Buck).

Respons

In totaal waren 55 patiënten bereid om mee te doen aan het onderzoek en zij vulden allemaal de vragenlijst in (respons 48 %). Van de overige benaderde mannen werd geen reactie ontvangen en konden wij de reden voor het niet deelnemen aan de studie niet achterhalen. Dit betrof 9 CPK-patiënten (mediane leeftijd ten tijde van de operatie van 27 jaar (range 19–55); respons 27,3 %) en 46 VPK-patiënten (cavernoplicatie n = 15; cavernoplastiek n = 31; mediane leeftijd ten tijde van de operatie 57 jaar (range 35–76), respons 56,1 %). De gemiddelde follow-upduur in de CPK- respectievelijk VPK-groep was 3,7 jaar (range 1,8–4,9) en 3,2 jaar (range 1–6,5).

Uitkomsten van de vragenlijst

De mediane uitkomstwaarden in de CPK-groep waren in alle domeinen 4,00 of 5,00 (tab. 1). In de VPK-groep waren een paar mediane uitkomstwaarden echter < 3,70, namelijk voor de lengte van de penis (Q1, Q3), de tevredenheid met het seksleven (Q11) en de tevredenheid van de partner (Q14). Bij subanalyse van de antwoorden in deze groep (tab. 2) bleek de mediane score in de cavernoplicatiegroep 3,00 voor tevredenheid over het uiterlijk van de penis (Q2), de lengte van de penis (Q3), de tevredenheid met het seksleven (Q11) en de tevredenheid van de partner (Q14). In de cavernoplastiekgroep werd niet alleen een mediane uitkomstwaarde van 3,00 gevonden voor de vragen 1, 3 en 11, maar ook voor vraag 8 (de kwaliteit van de erectie). In deze studie is niet nagegaan of de postoperatieve tevredenheid gerelateerd was aan de preoperatieve verwachtingen, aangezien deze laatste niet werden gemeten.
Tabel 1
CPK- en VPK-patiëntgerapporteerde uitkomsten
antwoordmogelijkheden
vragen
mediaan
domein
CPK (n= 9)
VPK (n= 46)
1 = helemaal niet
2 = overwegend niet
3 = neutraal
4 = overwegend wel
5 = helemaal
Q1. Bent u tevreden met het resultaat van de operatie?
4,00
3,50
uiterlijk van de penis
Q2. Bent u tevreden over hoe uw penis er nu uitziet?
5,00
4,00
Q3. Bent u tevreden met de lengte van uw penis?
4,00
3,00
1 = helemaal
2 = overwegend wel
3 = neutraal
4 = overwegend niet
5 = helemaal niet
Q4. Schaamt u zich over uw penis?
5,00
5,00
cm
Q5. Is de penis korter geworden? Zo ja, hoeveel cm korter?
1,00
2,00
0 = nee; 1 = ja
Q6. Bent u in staat een erectie te krijgen?
1,00
1,00
erectiele functie
1 = 0–19 %
2 = 20–39 %
3 = 40–59 %
4 = 60–79 %
5 = 80–100 %
Q7. Kunt u de mate van stijfheid van de erectie aangeven op een schaal van 0 tot 100?
5,00
5,00
1 = helemaal niet
2 = overwegend niet
3 = neutraal
4 = overwegend wel
5 = helemaal
Q8. Bent u tevreden met de kwaliteit van uw erectie?
5,00
4,00
1 = nooit
2 = minder dan de helft van het aantal keren
3 = ongeveer de helft van het aantal keren
4 = meer dan de helft van het aantal keren
5 = altijd
Q9. Bent u in staat tot penetratie?
5,00
4,00
geslachtsgemeenschap
Q10. Bent u in staat om een orgasme te krijgen?
5,00
5,00
Q11. Bent u tevreden over uw seksleven?
5,00
3,00
1 = altijd
2 = meer dan de helft van het aantal keren
3 = ongeveer de helft van het aantal keren
4 = minder dan de helft van het aantal keren
5 = nooit
Q12. Ervaart u pijn van de stijve penis?
5,00
5,00
Q13. Ervaart u pijn tijdens coïtus?
5,00
5,00
1 = helemaal niet
2 = overwegend niet
3 = neutraal
4 = overwegend wel
5 = helemaal
Q14. Is uw partner tevreden met het resultaat van de operatie?
5,00
3,00
bevindingen van de partner
1 = helemaal
2 = overwegend wel
3 = neutraal
4 = overwegend niet
5 = helemaal niet
Q15. Ervaart uw partner ongemak tijdens seks na de operatie?
5,00
5,00
Tabel 2
VPK-patiënt-gerapporteerde uitkomsten, verdeeld in cavernoplicatie en cavernoplastiek
antwoordmogelijkheden
vragen
mediaan
domein
cavernoplicatie (n= 15)
cavernoplastiek (n= 31)
1 = helemaal niet
2 = overwegend niet
3 = neutraal
4 = overwegend wel
5 = helemaal
Q1. Bent u tevreden met het resultaat van de operatie?
4,00
3,00
uiterlijk van de penis
Q2. Bent u tevreden over hoe uw penis er nu uitziet?
3,00
4,00
Q3. Bent u tevreden met de lengte van uw penis?
3,00
3,00
1 = helemaal
2 = overwegend wel
3 = neutraal
4 = overwegend niet
5 = helemaal niet
Q4. Schaamt u zich over uw penis?
5,00
5,00
cm
Q5. Is de penis korter geworden? Zo ja, hoeveel cm korter?
2,00
2,00
0 = nee 1 = ja
Q6. Bent u in staat een erectie te krijgen?
1,00
1,00
erectiele functie
1 = 0–19 %
2 = 20–39 %
3 = 40–59 %
4 = 60–79 %
5 = 80–100 %
Q7. Kunt u de mate van stijfheid van de erectie aangeven op een schaal van 0 tot 100?
5,00
5,00
1 = helemaal niet
2 = overwegend niet
3 = neutraal
4 = overwegend wel
5 = helemaal
Q8. Bent u tevreden met de kwaliteit van uw erectie?
4,00
3,00
1 = nooit
2 = minder dan de helft van het aantal keren
3 = ongeveer de helft van het aantal keren
4 = meer dan de helft van de aantal keren
5 = altijd
Q9. Bent u in staat tot penetratie?
4,00
4,00
geslachtsgemeenschap
Q10. Bent u in staat om een orgasme te krijgen?
5,00
5,00
Q11. Bent u tevreden over uw seksleven?
3,00
3,00
1 = altijd
2 = meer dan de helft van het aantal keren
3 = ongeveer de helft van het aantal keren
4 = minder dan de helft van het aantal keren
5 = nooit
Q12. Ervaart u pijn van de stijve penis?
5,00
5,00
Q13. Ervaart u pijn tijdens coïtus?
5,00
5,00
1 = helemaal niet
2 = overwegend niet
3 = neutraal
4 = overwegend wel
5 = helemaal
Q14. Is uw partner tevreden met het resultaat van de operatie?
3,00
4,00
evindingen van de partner
1 = helemaal
2 = overwegend wel
3 = neutraal
4 = overwegend niet
5 = helemaal niet
Q15. Ervaart uw partner ongemak tijdens seks na de operatie?
5,00
5,00

Discussie

Het doel van deze studie was het in kaart brengen van patiëntgerapporteerde uitkomsten na chirurgische correctie vanwege peniele kromstand. Dit is gedaan aan de hand van vier domeinen die relevant worden geacht voor het postoperatieve resultaat.

Uiterlijk van de penis

Dit domein scoort bij de CPK-patiënten het beste. Deze groep patiënten geeft op dit domein, in vergelijking met de VPK-patiënten, de grootste tevredenheid aan. Dit is deels te verklaren doordat de chirurgie bij CPK-patiënten een niet-wenselijke situatie verandert in een voor hen wenselijke situatie. In de VPK-groep is door de chirurgie bij mannen die oorspronkelijk uit een normale situatie komen, via een onwenselijke en disfunctionele situatie (de kromstand), postoperatief nog steeds niet een volledig normale situatie gecreëerd. Deze mannen zitten vaak met een acceptatieproces waarbij zij het moeten doen met een gecorrigeerde penis die functioneel goed is, maar nog steeds afwijkt van de situatie zoals die voor de verworven kromstand was.
In de VPK-groep zijn mannen na een cavernoplicatie tevredener met het resultaat van de operatie dan na een cavernoplastiek. Tevredenheid met de lengte van de penis wordt, ongeacht de toegepaste techniek, als ontevreden geïnterpreteerd (< 3,70), wat een weerspiegeling is van het feit dat dit verlies toch zwaar weegt bij een groot deel van deze mannen. De mannen in de CPK-groep hebben daar veel minder hinder van: vermoedelijk mede door afname van schaamte c.q. toename van het zelfvertrouwen. Dit resultaat komt overeen met bevindingen in de literatuur [5, 16].
Tot slot rapporteerden enkele VPK-patiënten dat bij hen (te) hoge verwachtingen waren geschapen, wat mede hun beperkte tevredenheid verklaart.

Erectiele functie

De CPK-groep scoort in dit domein volledige tevredenheid. In de VPK-groep rapporteren mannen overwegend tevredenheid met de kwaliteit van de erectie. Nader gespecificeerd scoort de cavernoplastiekgroep hierin slechter dan de cavernoplicatiegroep. Dit valt theoretisch te verklaren door het grotere ‘trauma’ ten tijde van de cavernoplastiek zelf, waarbij mobilisatie van de neurovasculaire bundel kan leiden tot neuropraxie. Daarnaast kan het insnijden van de tunica albuginea zorgen voor veneuze insufficiëntie met secundaire erectiestoornissen. Dit rijmt echter niet met de gerapporteerde uitkomsten waarin de mate van stijfheid van de erectie bij beide technieken met 80–100 % wordt gescoord. De literatuur beschrijft ten aanzien van erectiele functie dat, afhankelijk van de toegepaste techniek, postoperatieve erectiestoornissen tot 13 % (CPK) en 22,9 % (VPK) voorkomen [17, 18].

Geslachtsgemeenschap

Volledige tevredenheid bestaat over dit gehele domein in de CPK-groep, terwijl VPK-patiënten ontevreden zijn over hun seksleven, ongeacht de gehanteerde operatietechniek. Aan de hand van specifiek uitgevraagde items lijkt dit niet per se te liggen aan penetratie, orgasme, pijnklachten van de stijve penis of coïtus. Een van de opmerkingen luidde, ‘graag iets meer emotionele/seksuele begeleiding postoperatief’. Deze behoefte aan begeleiding kan, in combinatie met het genoemde gebrek aan acceptatie, toch een belangrijk argument zijn voor algehele onvrede, ondanks goede uitkomsten in harde uitkomstmaten, zoals penetratie, orgasme en pijn.

Tevredenheid van de partner

De partners van VPK-patiënten rapporteren ontevredenheid met het resultaat van de operatie (Q14, tab. 1). Deze uitkomst zien wij specifiek terug in de cavernoplicatiegroep (Q14, tab. 2). Mogelijk spelen de overige ontevredenheidsuitkomsten in deze specifieke groep (Q2, 3, 14, tab. 2) toch ook bij de partner dezelfde rol, maar deze studie heeft voor deze uitkomsten geen eenduidige verklaring. Dit benadrukt wel het belang van begeleiding van het koppel, in plaats van de patiënt alleen.
Al met al lijken onze tevredenheidscijfers in overeenstemming met de literatuur. In de CPK-groep geldt algehele postoperatieve tevredenheid, conform uitkomsten die zijn gerapporteerd in de (schaarse) literatuur [15]. De wisselende tevredenheidsuitkomsten in de VPK-groep zijn in overeenstemming met de literatuur waarin algehele tevredenheidscijfers variëren van 62–96 % en 34,9–93 % na een cavernoplicatie respectievelijk cavernoplastiek [7].
Suggesties die de postoperatieve tevredenheid van de partner mogelijk verbeteren, zijn: het bespreken van realistische verwachtingen en uitkomsten met patiënt én partner, het meten van de objectieve pre- en postoperatieve penislengte en meer postoperatieve begeleiding (wat ook uit de opmerkingen naar voren komt).

Cavernoplastieken versus cavernoplicaties

Opvallend in deze studie is dat er verhoudingsgewijs veel meer cavernoplastieken zijn verricht dan cavernoplicaties. Dit komt niet overeen met de praktijk, waarin er vaker een cavernoplicatie wordt uitgevoerd dan een cavernoplastiek. In hoeverre deze uitkomsten de resultaten hebben beïnvloed, is onduidelijk. Wel lijken de resultaten representatief voor de cavernoplastiekgroep.

De vragenlijst

In deze studie is een vragenlijst gebruikt met vragen uit bestaande, gevalideerde vragenlijsten en zelfvervaardigde vragen. Deze vragenlijst is samengesteld door de zorgverleners, met als beperking dat er wellicht voor de patiënt relevante en belangrijke vragen in ontbreken. Daarnaast is bij de antwoorden de mogelijkheid gegeven voor de optie ‘neutraal’. Dit kan interpretatie van de resultaten en het trekken van adequate conclusies hebben bemoeilijkt.

Beperkingen van de studie

De limitaties van deze studie waren een middelmatig responspercentage, alsook het gebrek aan het vaststellen van de klini- en psychometrische eigenschappen van onze vragenlijst. Eenmaal gevalideerd, is implementatie van deze vragenlijst een toevoeging aan de beoordeling van chirurgische correctie van de peniele kromstand. De vragenlijst kan helpen bij het evalueren van de behandelopties en de behandelresultaten vanuit het perspectief van de patiënt en diens seksuele partner, en leiden tot een verbetering van preoperatieve counseling. Daarmee kan de vragenlijst een bijdrage leveren aan het proces van shared decision making.

Conclusie

Cavernoplicatie leidt tot tevredenheid bij CPK-patiënten. Chirurgische correctie van de penis bij VPK-patiënten leidt tot wisselende tevredenheidsuitkomsten, ongeacht de gehanteerde operatietechniek: cavernoplicatie of cavernoplastiek. Het is belangrijk om de verwachtingen en uitkomsten van chirurgische correctie met de patiënt en diens partner te bespreken.
Open Access This article is distributed under the terms of the Creative Commons Attribution 4.0 International License (http://​creativecommons.​org/​licenses/​by/​4.​0/​), which permits unrestricted use, distribution, and reproduction in any medium, provided you give appropriate credit to the original author(s) and the source, provide a link to the Creative Commons license, and indicate if changes were made.
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Onze productaanbevelingen

Tijdschrift voor Urologie

Het Tijdschrift voor Urologie is het enige peer-reviewed Nederlandstalige tijdschrift in het vakgebied. Het verschijnt 8 keer per jaar en bevat naast wetenschappelijke artikelen ook case-reports en de abstracts van de voor- en najaarsvergaderingen van de NVU.

Literatuur
2.
go back to reference Ruiter AE, Meuleman EJ. De ziekte van Peyronie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7189.PubMed Ruiter AE, Meuleman EJ. De ziekte van Peyronie. Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7189.PubMed
3.
go back to reference Nelson CJ, Mulhall JP. Psychological impact of Peyronie’s disease: a review. J Sex Med. 2013;10(3):653–60.CrossRefPubMed Nelson CJ, Mulhall JP. Psychological impact of Peyronie’s disease: a review. J Sex Med. 2013;10(3):653–60.CrossRefPubMed
4.
go back to reference Rosen R, Catania J, Lue T, et al. Impact of Peyronie’s disease on sexual and psychosocial functioning: qualitative findings in patients and controls. J Sex Med. 2008;5(8):1977–84.CrossRefPubMed Rosen R, Catania J, Lue T, et al. Impact of Peyronie’s disease on sexual and psychosocial functioning: qualitative findings in patients and controls. J Sex Med. 2008;5(8):1977–84.CrossRefPubMed
5.
go back to reference Cavallini G, Caracciolo S. Pilot study to determine improvements in subjective penile morphology and personal relationships following a Nesbit plication procedure for men with congenital penile curvature. Asian J Androl. 2008;10(3):512–9.CrossRefPubMed Cavallini G, Caracciolo S. Pilot study to determine improvements in subjective penile morphology and personal relationships following a Nesbit plication procedure for men with congenital penile curvature. Asian J Androl. 2008;10(3):512–9.CrossRefPubMed
6.
go back to reference Ralph D, Gonzalez-Cadavid N, Mirone V, et al. The management of Peyronie’s disease: evidence-based 2010 guidelines. J Sex Med. 2010;7(7):2359–74.CrossRefPubMed Ralph D, Gonzalez-Cadavid N, Mirone V, et al. The management of Peyronie’s disease: evidence-based 2010 guidelines. J Sex Med. 2010;7(7):2359–74.CrossRefPubMed
7.
go back to reference Mandava SH, Trost LW, Hellstrom WJG. A critical analysis of the surgical outcomes for the treatment of Peyronie’s disease. Arab J Urol. 2013;11:284–93.CrossRefPubMedPubMedCentral Mandava SH, Trost LW, Hellstrom WJG. A critical analysis of the surgical outcomes for the treatment of Peyronie’s disease. Arab J Urol. 2013;11:284–93.CrossRefPubMedPubMedCentral
8.
go back to reference Makovey I, Higuchi TT, Montague DK, et al. Congenital penile curvature: update and management. Curr Urol Rep. 2012;13(4):290–7.CrossRefPubMed Makovey I, Higuchi TT, Montague DK, et al. Congenital penile curvature: update and management. Curr Urol Rep. 2012;13(4):290–7.CrossRefPubMed
9.
go back to reference Kadioglu A, Tefekli A, Erol B, Oktar T, Tunc M, Tellaloglu S. A retrospective review of 307 men with Peyronie’s disease. J Urol. 2002;168(3):1075–9.CrossRefPubMed Kadioglu A, Tefekli A, Erol B, Oktar T, Tunc M, Tellaloglu S. A retrospective review of 307 men with Peyronie’s disease. J Urol. 2002;168(3):1075–9.CrossRefPubMed
10.
go back to reference Guillot-Tantay C, Phé V, Chartier-Kastler E, et al. Medical and surgical treatments of congenital and acquired penile curvatures: a review. Prog Urol. 2014;24(3):203–11.CrossRefPubMed Guillot-Tantay C, Phé V, Chartier-Kastler E, et al. Medical and surgical treatments of congenital and acquired penile curvatures: a review. Prog Urol. 2014;24(3):203–11.CrossRefPubMed
11.
go back to reference Hellstrom WJG, Feldman R, Rosen RC, et al. Bother and distress associated with peyronie’s disease: validation of the peyronie’s disease questionnaire. J Urol. 2013;190(2):627–34.CrossRefPubMed Hellstrom WJG, Feldman R, Rosen RC, et al. Bother and distress associated with peyronie’s disease: validation of the peyronie’s disease questionnaire. J Urol. 2013;190(2):627–34.CrossRefPubMed
12.
go back to reference Rosen RC, Riley A, Wagner G, et al. The international index of erectile function (IIEF): a multidimensional scale for assessment of erectile dysfunction. Urology. 1997;49(6):822–3.CrossRefPubMed Rosen RC, Riley A, Wagner G, et al. The international index of erectile function (IIEF): a multidimensional scale for assessment of erectile dysfunction. Urology. 1997;49(6):822–3.CrossRefPubMed
13.
go back to reference Vruggink PA, Diemont WL, Meuleman EJH. The postinvestigation questionnaire (PIO-R): a practical instrument to assess erectile response after intracavernous injection. Int J Impot Res. 1996;8:59–62.PubMed Vruggink PA, Diemont WL, Meuleman EJH. The postinvestigation questionnaire (PIO-R): a practical instrument to assess erectile response after intracavernous injection. Int J Impot Res. 1996;8:59–62.PubMed
14.
go back to reference Haas MJE de, Agenant M, Gijs L, et al. Stoornis van de genitale lichaamsbeleving bij mannen. TvS. 2011;35(4):219–31. Haas MJE de, Agenant M, Gijs L, et al. Stoornis van de genitale lichaamsbeleving bij mannen. TvS. 2011;35(4):219–31.
15.
go back to reference Hsieh JT, Liu SP, Chen Y, et al. Correction of congenital penile curvature using modified tunical plication with absorbable sutures: the long-term outcome and patient satisfaction. Eur Urol. 2007;52(1):261–7.CrossRefPubMed Hsieh JT, Liu SP, Chen Y, et al. Correction of congenital penile curvature using modified tunical plication with absorbable sutures: the long-term outcome and patient satisfaction. Eur Urol. 2007;52(1):261–7.CrossRefPubMed
16.
go back to reference Tal R, Nabulsi O, Nelson CJ, Mulhall JP. The psychosocial impact of penile reconstructive surgery for congenital penile deviation. J Sex Med. 2010;7(1 Pt 1):121–8.CrossRefPubMed Tal R, Nabulsi O, Nelson CJ, Mulhall JP. The psychosocial impact of penile reconstructive surgery for congenital penile deviation. J Sex Med. 2010;7(1 Pt 1):121–8.CrossRefPubMed
17.
go back to reference Sokolakis I, Hatzichristodoulou G. Current trends in the surgical treatment of congenital penile curvature. Int J Impot Res. 2020;32(1):64–74.CrossRefPubMed Sokolakis I, Hatzichristodoulou G. Current trends in the surgical treatment of congenital penile curvature. Int J Impot Res. 2020;32(1):64–74.CrossRefPubMed
18.
go back to reference Hatzimouratidis K, Eardley I, Giuliano F, et al. EAU guidelines on penile curvature. Eur Urol. 2012;62:543–52.CrossRefPubMed Hatzimouratidis K, Eardley I, Giuliano F, et al. EAU guidelines on penile curvature. Eur Urol. 2012;62:543–52.CrossRefPubMed
Metagegevens
Titel
Patiëntgerapporteerde uitkomsten na chirurgische correctie van de peniele kromstand
Auteurs
drs. Elton J. V. Oostenbrink
em. prof. dr. Eric J. H. Meuleman
dr. Garry L. S. Pigot
Publicatiedatum
12-09-2022
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Tijdschrift voor Urologie / Uitgave 8/2022
Print ISSN: 2211-3037
Elektronisch ISSN: 2211-4718
DOI
https://doi.org/10.1007/s13629-022-00363-0

Andere artikelen Uitgave 8/2022

Tijdschrift voor Urologie 8/2022 Naar de uitgave