Skip to main content
Top

2015 | OriginalPaper | Hoofdstuk

13. Pancreascarcinoom

Auteurs : Prof. dr. D.J. Gouma, dr. O.R.C. Busch, dr J.W. Wilmink, prof. dr. T.M. van Gulik

Gepubliceerd in: Het oncologie formularium

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Pancreascarcinomen en de carcinomen in het periampullaire gebied zijn de meest voorkomende hepatopancreatobiliaire tumoren. De incidentie van het pancreascarcinoom is 10 à 12 per 100.000 per jaar. 70-80% van de ductale adenocarcinomen bevindt zich in de pancreaskop, 10% in het corpus en 10-15% in het staartgebied. Slechts 20% van de patiënten komt in aanmerking voor resectie. De overige patiënten hebben bij de diagnose reeds regionale metastasen, metastasen op afstand (40%) of lokale tumordoorgroei (40%).
Diagnostische procedures zijn CT-scan, MRI, echo-endografie en endoscopische retrograde cholangiopancreatografie (ERCP).
De resectie voor de pancreas en periampullaire tumoren is de (pylorussparende) pancreatoduodenectomie (whippleprocedure). Voor 80% van de patiënten is curatieve behandeling niet mogelijk. Palliatie voor de icterus is mogelijk middels een ERCP of een biliodigestieve bypass. Patiënten met een lokaal irresectabele tumor of een gemetastaseerd pancreascarcinoom komen in aanmerking voor een vorm van palliatieve chemotherapie.
Metagegevens
Titel
Pancreascarcinoom
Auteurs
Prof. dr. D.J. Gouma
dr. O.R.C. Busch
dr J.W. Wilmink
prof. dr. T.M. van Gulik
Copyright
2015
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0626-8_13