Samenvatting
Palliatieve zorg gaat over kwaliteit van leven voor mensen met een levensbedreigende aandoening die geen perspectief hebben op herstel. Een deel van hen is in de terminale fase. Bij mensen met een chronische ziekte is er niet altijd een scherpe grens tussen de curatieve en palliatieve fase. In de palliatieve fase en de terminale fase kan soms een deel van de medicatie worden gestopt, bijvoorbeeld cholesterolverlagers. Door anticiperend beleid kunnen veel hinderlijke en ernstige klachten worden voorkomen of snel en adequaat behandeld, ook als ze optreden in ANW-uren. Veelgebruikte middelen zijn pijnstillers, waaronder opioïden, laxeermiddelen en slaap- en kalmeringsmiddelen. Goede voorlichting over opioïden is belangrijk. Palliatieve zorg aan migranten, dementerenden, mensen met een psychiatrische stoornis en mensen met een verstandelijke beperking vraagt extra aandacht. Palliatieve sedatie wordt toegepast om ernstige symptomen te bestrijden die niet op een andere manier behandelbaar zijn (refractaire symptomen). Doel is het verlichten van lijden. Palliatieve sedatie is normaal medisch handelen, waarvoor een KNMG-richtlijn bestaat. Euthanasie is het op verzoek levensbeëindigend handelen. Wanneer de arts niet handelt volgens de zorgvuldigheidseisen van de euthanasiewet kan hij strafrechtelijk worden vervolgd.