Samenvatting
Nadat de verschillende fysiologische pacemakers aan bod zijn geweest bij de verschillende ritmes en ritmestoornissen in de vorige hoofdstukken, staat in dit hoofdstuk het artificiële pacemakerritme centraal (het ritme dat wordt veroorzaakt door een kunstmatige pacemaker). Hierbij wordt niet ingegaan op de verschillende types pacemakers die er zijn, maar op de typische kenmerken van pacemakerritmes die te zien zijn op de scope of de ritmestrook. Naast de kenmerken van atriale, ventriculaire en dual pacemakerritmes komen ook een paar technische problemen aan bod die we kunnen waarnemen op de scope of de ritmestrook. Dit betreft malpacing en malsensing (over- en undersensing), maar ook de hysteresisfunctie die sommige pacemakers hebben. Omdat een pacemaker al een therapie is, wordt in dit hoofdstuk alleen nog ingegaan op de hemodynamische gevolgen die een pacemakerritme soms kan hebben.