Skip to main content
Top

2015 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. Overdrachtshypothese – na sessie 2, huiswerk therapeut

Auteurs : dr. Jenneke Wiersma, dr. Anneke van Schaik, prof.dr. Patricia van Oppen

Gepubliceerd in: Cognitive Behavioral Analysis System of Psychotherapy (CBASP) voor de behandeling van chronische depressie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In de therapeutische relatie kunnen er problemen ontstaan als de cliënt op basis van vroege negatieve ervaringen reageert op de therapeut en niet op basis van wat er daadwerkelijk op dat moment speelt. Het is de taak van de CBASP-therapeut om deze reactiepatronen, gebaseerd op ervaringen met belangrijke personen in het verleden, te vervangen door ervaringen die tot onderling vertrouwen leiden. Om dit te kunnen doen, is het van belang dat de therapeut weet welke problemen in de interactie zouden kunnen gaan spelen. De informatie uit de tweede sessie wordt hiervoor gebruikt. Op basis van deze informatie tracht de therapeut een consistent thema te identificeren dat de verhouding karakteriseert die de cliënt met zijn belangrijke personen had. Vervolgens wordt een overdrachtshypothese geformuleerd.
Metagegevens
Titel
Overdrachtshypothese – na sessie 2, huiswerk therapeut
Auteurs
dr. Jenneke Wiersma
dr. Anneke van Schaik
prof.dr. Patricia van Oppen
Copyright
2015
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1001-2_4