Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Bijzijn XL 3/2013

01-03-2013 | Column

Over roken in de ggz

Auteur: Arie Dijkstra

Gepubliceerd in: Bijzijn XL | Uitgave 3/2013

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Extract

De ggz is in Nederland sterk geprofessionaliseerd: goed geschoold personeel, vakbladen, intervisie en evaluatie zorgen ervoor dat de zorg ook internationaal gezien van hoog niveau is. Dus wat zou er dan nog verder kunnen worden verbeterd? De lichamelijke zorg. Het roken van tabak is in de ggz nog steeds geaccepteerd: van de patiënten met depressie of met schizofrenie rookt maar liefst zestig tot tachtig procent. Dat heeft grote negatieve lichamelijke gevolgen. Maar deskundigen wijzen ons erop dat roken vooral voor die groepen zelfmedicatie is en dragen dat aan om terughoudend te zijn met stoppen met roken. Met intimiderende neurofysiologische pleidooien vertellen ze hoe het roken van tabak zou kunnen bijdragen aan het onder controle houden van psychiatrische symptomen. Maar stelt u eens voor dat er een medicijn beschikbaar komt dat inderdaad helpt tegen de symptomen van schizofrenie, maar dat wel de volgende bijwerking heeft (zoals roken): een op twee patiënten sterft eraan en gemiddeld leven patiënten die het medicijn slikken dertien jaar korter. Een dergelijk medicijn zou nooit worden toegelaten in onze gezondheidszorg. Het argument dat roken functioneel kan zijn bij groepen patiënten mag niet worden gebruikt om af te zien van een goed stoppenmet- roken-beleid. Patiënten moeten juist worden aangemoedigd om te stoppen. En niet alleen omdat de kans op kanker en hart- en vaatziekte dan daalt. Maar ook omdat de nicotineafhankelijkheid, een dagelijkse stresserende factor bij de meeste dagelijkse rokers, dan eindelijk verdwijnt: ex-rokers zijn uiteindelijk minder gestrestst. Daarnaast kan roken de werking van psychofarmaca flink beïnvloeden. Dat professionals in de ggz er over het algemeen zo weinig oog voor hebben, komt omdat ze vooral gericht zijn op het psychiatrisch functioneren. Ook speelt het psychiatrisch lijden meestal in het hier en nu, en zolang er geen lichamelijke pathologie is, trekt dat alle aandacht. Daarnaast roken heel wat professionals in de ggz zelf ook. Dat helpt natuurlijk ook niet. Maar het mag patiënten niet worden onthouden: zij hebben recht op een omgeving die gezond gedrag stimuleert in plaats van ontmoedigt en ongezond gedrag in stand houdt. Ten eerste moeten patiënten goed worden voorgelicht over de gevolgen van roken, op korte en lange termijn, en over de mogelijkheden om te stoppen. Ten tweede moeten patiënten zelf kiezen wat ze willen, stoppen of minder roken. Ten derde moet het roken worden afgebouwd, dus niet in één keer stoppen of minderen. Ten vierde moeten psychiatrische symptomen goed worden gemonitord. Ten vijfde moet nicotinevervanging worden aangeboden. Deze maatregelen moeten een vast onderdeel zijn van voortdurende zorg voor het lichaam van de ggzpatiënt. Stoppen met roken hoort bij een professionele ggz. …
Metagegevens
Titel
Over roken in de ggz
Auteur
Arie Dijkstra
Publicatiedatum
01-03-2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Bijzijn XL / Uitgave 3/2013
Print ISSN: 2211-6524
Elektronisch ISSN: 2213-4565
DOI
https://doi.org/10.1007/s12632-013-0034-1

Andere artikelen Uitgave 3/2013

Bijzijn XL 3/2013 Naar de uitgave

Patiëntveiligheid

In de FOUT gaan

Verpleegtechnische Vaardigheden

Enterale voeding

Media

Media

Communiceren Met Resultaat

Helpen op verzoek

Nieuws > Vak En Wetenschap

Copd-Richtlijn Voor Patiënten