Dat blijkt uit onderzoek van psycholoog Shelli Dubbs. Zij promoveerde deze week aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zowel in culturen in het verre en Midden-Oosten als in westerse maatschappijen beïnvloeden ouders de partnerkeuze van hun kind. Bijvoorbeeld door afspraakjes te verbieden, door gevraagd en ongevraagd relatieadviezen te verstrekken en oordelen uit te spreken over potentiële partners van hun kinderen.
In de evolutionaire psychologie is lange tijd weinig aandacht geweest voor dit verschijnsel. Mede omdat veel onderzoek in westerse samenlevingen werd verricht, gingen veel onderzoekers er vanuit dat kinderen hun partner min of meer vrij kunnen kiezen. Het onderzoek dát er was, richtte zich op immigrantengezinnen.
Nu blijkt echter dat bij niet-geëmigreerde gezinnen dezelfde conflicten spelen – en dat zich overal ter wereld dezelfde patronen aftekenen. Enkel de intensiteit van de conflicten verschilt.
Promovendus Shelli Dubbs ondervroeg ouders en kinderen uit de hele wereld (Nederland, VS, Japan, etc.) over conflicten rondom partnerkeuze. De resultaten zijn opmerkelijk. Of gezinnen nu in een collectivistische of een individualistische cultuur leven: hun conflicten zijn vergelijkbaar.
Ouders willen dat hun kind een partner krijgt uit een goed milieu, een intact gezin en met dezelfde culturele en religieuze achtergrond. De kinderen vinden het belangrijker dat hun partner aantrekkelijk is, lekker ruikt en gevoel voor humor heeft.
Uit het onderzoek blijkt ook dat ouders dochters scherper in de gaten houden dan zoons, en dat meisjes meer conflicten hebben met hun ouders dan jongens. Dubbs: “Raakt een meisje zwanger, dan weet ze zeker dat ze veel tijd en energie zal moeten investeren in het opvoeden van haar kind.
Voor jongens is de investering aanmerkelijk kleiner: soms maar een heel klein beetje tijd en wat sperma. Als een partner niet blijkt te bevallen, kan een jongen redelijk gemakkelijk weglopen. Voor meisjes zijn de gevaren dus aanmerkelijk groter – en ook ouders realiseren zich dat.”