Skip to main content
Top

2014 | Boek

Ouderen in de geestelijke gezondheidszorg

Redacteuren: A.M. Pot, Sako Visser

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Ouderen vinden bij psychische problemen nog onvoldoende hun weg naar de geestelijke gezondheidszorg. Enerzijds omdat zij zelf niet om dergelijke hulp vragen, anderzijds omdat hulpverleners lang niet allemaal voldoende oog hebben. Dit boek biedt informatie over de laatste ontwikkelingen op dit gebied.

Inhoudsopgave

Voorwerk
Hoofdstuk 1. Ouderen bieden veel kansen voor GZ-psychologen
Interview met Anne Margiet Pot door Gerard van der Veer
Inleiding
Anne Margriet Pot werkt als onderzoeker, programmahoofd, hoofdopleider en hoogleraar. Ze heeft ouderenpsychologie in Nederland min of meer op de kaart gezet. Een gesprek over ouderen, psychische gezondheid en de vreugden van samenwerking en een verschil kunnen maken.
Gerard van der Veer
Hoofdstuk 2. De ouderenzorg is een complex vak
Interview met Sandra Geerlings door Carlie van Tongeren
Inleiding
Sandra Geerlings werkt sinds haar zeventiende in de ouderenzorg, als verpleegkundige, onderzoeker, beleidsmedewerker en nu als ouderenpsycholoog en vakgroephoofd bij Saffier De Residentiegroep in Den Haag. ‘De grootste misvatting is dat ouderenzorg “niet hip” is.’
Carlie van Tongeren
Hoofdstuk 3. Een kwetsbaar evenwicht
Inleiding
Sommige ouderen worstelen met ingrijpende problemen die een lange ontstaansgeschiedenis kennen en waarbij de complexiteit vraagt om een deskundige aanpak. Dat maakt de begeleiding van de 75-jarige mw. Willems duidelijk. Zij kampt al jaren met ernstige relatieproblemen en wil eigenlijk alsnog scheiden van haar man, maar dan via de route van het verpleeghuis.
Peter Haex
Hoofdstuk 4. Zingeving en ouder worden
Inleiding
Nu mensen steeds ouder worden, dient zich de vraag naar een zinvolle invulling van de latere levensfase steeds vaker aan. In dit artikel geef ik een overzicht van theorieën, onderzoek en interventies op het gebied van zingeving op latere leeftijd. De zin die ouderen zelf aan hun leven geven staat hierbij centraal.
Gerben Westerhof
Hoofdstuk 5. Oplossingsgerichte gespreksvoering met ouderen
Inleiding
Oplossingsgerichte gespreksvoering onderscheidt zich van probleemgerichte gespreksvoering door de focus op wat werkt en de sterke kanten van cliënten, in plaats van op wat niet werkt en hun zwakke kanten. Dit artikel opent met een korte introductie van deze positieve vorm van cognitieve gedragstherapie en geeft een overzicht van de mogelijkheden bij de begeleiding en behandeling van oudere cliënten en hun omgeving.
René den Haan, Fredrike Bannink
Hoofdstuk 6. Cliëntenvoorlichting
Dementie
Inleiding
De belangrijkste risicofactor voor dementie is leeftijd: Hoe ouder, hoe groter de kans. Minder dan 1 procent van de mensen tussen de 60 en 65 heeft dementie, terwijl meer dan 40 procent van de mensen boven de 90 jaar dementie heeft. Dementie is een verzamelnaam voor ruim vijftig ziektes. We zullen ons in deze bijdrage vooral beperken tot de meest voorkomende vorm: de ziekte van Alzheimer.
Anne Margriet Pot, Sako Visser
Hoofdstuk 7. De drempels in de ouderenzorg voor eerstelijns- en gz-psychologen
Inleiding
Voor de eerstelijnspsycholoog en de gz-psycholoog in de eerste lijn is de oudere cliënt in de spreekkamer geen dagelijkse gesprekspartner. Dat is jammer want ouderen hebben niet minder klachten dan andere leeftijdsgroepen. Wat zijn dan de drempels in de eerstelijns ouderenzorg en hoe valt dat te veranderen?
Ella Broek
Hoofdstuk 8. De diagnostiek van depressie bij ouderen
Inleiding
Depressie bij ouderen komt vaak voor, maar wordt nog altijd fors onderbehandeld. In dit artikel wordt nader ingegaan op de oorzaken van deze onderbehandeling en worden adviezen gegeven voor herkenning en diagnostiek. Depressiediagnostiek bij ouderen met ernstige dementie blijft in dit artikel buiten beschouwing.
Hannie Comijs
Hoofdstuk 9. Richtlijnen en protocollen
Specifieke aandachtspunten bij ouderen
Inleiding
Bij de toepassing van psychologische interventies bij ouderen zijn specifieke aandachtspunten aan de orde. Deze zijn verbonden met het ouder worden van cliënten zelf, met veranderingen in hun omgeving en met hun levensgeschiedenis. Maar ook vormen verschillende aspecten van de werkrelatie tussen therapeut en oudere cliënt een aandachtspunt. Hieronder vatten we de veranderingen samen. Daarna volgt grotendeels op basis van praktijkervaring, op welke wijze daarmee rekening kan worden gehouden.
Anne Margriet Pot, Marja Vink, Yolande Kuin
Hoofdstuk 10. Ouderen online!?
Hulpverlening voor ouderen via internet
Inleiding
In dit hoofdstuk gaan we in op twee vormen van online internethulpverlening voor ouderen. Het eerste is een internetcursus voor mantelzorgers van mensen met dementie. Het tweede programma is gericht op het versterken of behouden van de zelfmanagementvaardigheden van ouderen.
Iris van Asch, Bernadette Willemse, Anne Margriet Pot
Hoofdstuk 11. Gesignaleerd
Inleiding
Er wordt vaak vanuit gegaan dat ouder worden samengaat met achteruitgang op verschillende levensvlakken. Tegen de verwachtingen in zijn er ook studies die aantonen dat ouder worden ook positieve kanten heeft en dat ouderen bijvoorbeeld meer positief en minder negatief affect ervaren in vergelijking met jongere leeftijdsgroepen. De achterliggende hypothese hierbij is dat ouderen die geconfronteerd worden met het naderen van het levenseinde vooral welzijn in het heden najagen. Dit wijkt af van mensen met een lange termijn toekomstperspectief die zich eerder voorbereiden op lange termijn doelen en hiervoor hun huidig welzijn opofferen. Aangezien bewijzen voor de causale invloed van het toekomstperspectief op het affectief welzijn zeldzaam zijn, werden de veronderstelde voordelen van de ‘limited future time perspective’ hypothese onlangs nader onderzocht in een Gents doctoraatsonderzoek aan de hand van zowel cross-sectionele, longitudinale als experimentele studies bij volwassenen en bij een groep ouderen1. De bevindingen waren verrassend of zelfs tegengesteld aan de hypothese. Zo bleek dat het toekomstperspectief wel een mediërende factor is (tussen leeftijd en affectief welzijn) maar geen cruciale factor. Waarbij er zelfs indicatie was voor een omgekeerde relatie met negatief affect als betere voorspeller van een gelimiteerd toekomstperspectief dan andersom. Interessant was evenwel dat in dit doctoraatsonderzoek ook een tweede onderzoekslijn liep die focuste op informatieverwerkingsprocessen voor stemmingscongruente informatie bij dezelfde doelgroep waarbij een positiviteitseffect verwacht werd in zowel aandacht als geheugen voor emotioneel informatie. Dit positiviteitseffect zou een strategie voor emotieregulatie zijn om huidig welzijn te bereiken. De belangrijkste conclusies hier zijn dat ouderen vooral aandachtsvermijding vertonen en dit voor al het emotioneel materiaal waarbij dit méér geldt voor mensen met een lange termijn toekomstperspectief. Kortom, het toekomstperspectief heeft wel degelijk invloed op de informatieverwerkingsprocessen bij ouderen waarbij met name mensen met een lange termijn toekomstperspectief meer negatief emotioneel materiaal gaan vermijden, vermoedelijk als strategie om hun welzijn te behouden. De doctorandus rapporteert tenslotte ook twee studies waarin ze aantoont dat het ‘future time perspective’ te manipuleren valt via ‘mental imagery’. Ze suggereert daarbij dat het flexibel veranderen van het tijdsperspectief nuttig kan zijn omdat aandachtsvermijding aantoonbaar samengaat met meer angst- en stemmingssymptomen.
Anne Margriet Pot, Sako Visser
Hoofdstuk 12. Onze correspondent
Veroudering in het rijk van de rijzende zon
Inleiding
Veroudering is een hot topic voor Japan. Het is een van de landen met de hoogste levensverwachting: gemiddeld worden Japanners drie jaar ouder dan Nederlanders. Een paar maanden geleden werd de mijlpaal van vijftigduizend centenaria gehaald, van wie de oudste 114 was. Daarnaast is Japan koploper in de wereld wat betreft vergrijzing: Europese landen zien het als hun voorland wat betreft bevolkingsopbouw. Die vergrijzing is ook goed zichtbaar in Japan, zeker als je de grote steden verlaten hebt. Wat me daarbij steeds verbaast is het aantal oudjes dat met een lichaam gebogen in een permanente hoek van 90 graden zonder rollator (!) over straat schuifelt. Het weerhoudt de kromgetrokken oudjes niet om zelf boodschappen te doen, ook al omdat het hun aan een alternatief ontbreekt. Ouderen zijn ook zeer zichtbaar in de stad in de vroege ochtend, net voordat de grote massa’s forenzen richting werk vertrekken. De senioren verzamelen zich dan in kleine groepjes om hun Radio Taiso ochtendgymnastiek uit te voeren. Een parkje of een brug over een rivier en een transistorradio is het enige dat ze nodig hebben. Ook voelen de ouderen zich blijkbaar verantwoordelijk voor de omgeving en zijn zij het die zich organiseren om in groepen voor dag en dauw vrijwillig sigarettenpeuken één voor één met een tangetje op te rapen.
Marielle Gorissen-van Eenige
Meer informatie
Titel
Ouderen in de geestelijke gezondheidszorg
Redacteuren
A.M. Pot
Sako Visser
Copyright
2014
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-0790-6
Print ISBN
978-90-368-0789-0
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0790-6