01-02-2013 | Gesignaleerd
Ouderen en persoonlijkheidsstoornissen in de DSM-5
Auteur: Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in: Psychopraktijk | Uitgave 1/2013
Log in om toegang te krijgenshare
DELEN
Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)
-
Optie A:
-
Optie B:Deel de link per e-mail
Extract
De classificatie van persoonlijkheidsstoornissen is sterk ontwikkeld door de jaren heen, echter tot op heden is in deze evolutie weinig aandacht besteed aan de specifieke context van ouderen. Ook in de huidige DSM-IV, ontbreken leeftijdsspecifieke criteria. Empirisch onderzoek liet zien dat de huidige AS-II criteria problematisch zijn- en leiden tot zowel onder- als overdiagnostiek bij ouderen1. Het nieuw voorgestelde, hybride model van de DSM-5 lijkt een enorme reconceptualisatie en heeft ongetwijfeld consequenties voor de geriatrische psychologie en psychiatrie2. Ten eerste is de complexiteit van het nieuwe construct persoonlijkheidsstoornis uitdagend betreffende het diagnosticeren van de pathologie van het 'zelf' bij ouderen. Om deze nieuwe, diagnostische structuur toegespitst te kunnen gebruiken, is een uitvoerige expertise van deskundigen werkzaam in de psychogeriatrie vereist. Ten tweede wordt voorzien dat de nieuwe dimensies betreffende de diagnosticering problemen geven bij het classificeren van de oudere mens. Mogelijk zijn specifieke geriatrische-cut-off points nodig op de nieuw voorgestelde ‘ernstmaat’ in de DSM-5. …