Skip to main content
Top

2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk

20. Orthodontische problemen bij volwasssen: een esthetische aanpak

Auteur : Hans Beekmans

Gepubliceerd in: Esthetische tandheelkunde

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Abstract

Sinds 1990 doen we orthodontie in onze praktijk. Aanvankelijk deden we heel voorzichtig een beetje frontodontics, en zo langzaam aan, onder de deskundige begeleiding van prof.dr. A.J. van Hillegondsberg, steeds een beetje meer. Totdat we vrijwel alle in de algemene praktijk voorkomende orthodontische behandelingen zelf konden doen, van (jonge) kinderen tot en met (ook oude) volwassenen.
Orthodontie is in mijn ogen een onmisbaar gedeelte van de algemene praktijk en zou dan ook door iedere tandarts uitgevoerd moeten kunnen worden. De wérkelijk specialistische zaken op dat gebied kunnen dan worden doorverwezen naar een specialist orthodontie. Maar dat is mijn persoonlijke mening en de discussie daarover laat ik graag over aan de politiek en de vertegenwoordigers van de professie.
Ik denk dat de tandarts zichzelf op tandheelkundig gebied veel ontzegt als hij niet weet hoeveel extra behandelmogelijkheden de orthodontie hem kan geven. Het zou bijvoorbeeld veel kroon- en brugwerk en onnodige facings schelen, en eenvoudige oplossingen bij occlusie- en kaakgewrichts-problemen binnen zijn bereik brengen – om maar eens iets te noemen.
In dit hoofdstuk wil ik laten zien, aan de hand van een casus, hoe je op relatief eenvoudige wijze een patiënt kan helpen die zich met een dreigend (esthetisch) probleem meldt, zonder facings of kronen te maken, terwijl een bevredigend resultaat tamelijk eenvoudig kan worden bereikt zonder beschadiging van tandweefsel.
Metagegevens
Titel
Orthodontische problemen bij volwasssen: een esthetische aanpak
Auteur
Hans Beekmans
Copyright
2010
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7626-1_20