Samenvatting
Omdat neuropsychologische (cognitieve) stoornissen vaak voorkomen na hersenbeschadiging en voor het functioneren ingrijpende gevolgen kunnen hebben, is het belangrijk de patiënt hierop te screenen. Hiervoor bestaan diverse instrumenten, zoals het door het ITON (Instituut voor Toegepaste Neurowetenschappen te Haarlem) ontwikkelde ONO (oriënterend neuropsychologisch onderzoek). Het ONO kan worden gezien als een onderzoek binnen een tweetrapssysteem: eerst een eenvoudig oriënterend en signalerend onderzoek, in tweede instantie indien nodig een nader, meer toegespitst onderzoek. De in het ONO gekozen taken zijn herkenbaar en staan zo dicht mogelijk bij het dagelijks leven (ecologisch). De taken zijn geordend volgens acht functiedomeinen: (1) ziekte-inzicht, (2) geheugen, (3) communicatie, (4) ruimtelijke functies, (5) waarnemen, (6) handelen, (7) aandacht en (8) organisatie. In ruim een uur krijgt men zo een indruk over het bestaan van eventuele neuropsychologische stoornissen. Aan de interpretatie en scoring van de prestaties kleven vele haken en ogen. De uitkomst van de screening kan aanleiding zijn voor specialistisch neuropsychologisch onderzoek, dat kwalitatief (gedragsneurologisch), kwantitatief of ecologisch van karakter kan zijn. In de revalidatie heeft vooral de ecologische benadering de laatste tijd veel belangstelling.