TODO: Skip to main content
Top

2021 | OriginalPaper | Hoofdstuk

15. Ooglidklachten

Auteurs : Dr. P. H. J. Giesen, Dr. C. A. Eggink

Gepubliceerd in: Diagnostiek van alledaagse klachten

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Ooglidafwijkingen zijn eenvoudig à vue te diagnosticeren. Zij zijn meestal niet bedreigend voor de patiënt en er is vooral sprake van lokale irritatie en/of cosmetisch ongemak. Van de ooglidklachten betreft ongeveer 40 % de diagnosen blefaritis (chronische ontsteking van de talgkliertjes), hordeolum (strontje) of chalazion (niet-pijnlijk knobbeltje). De huisarts beperkt zich meestal tot gericht lichamelijk onderzoek, geeft voorlichting en schrijft in ongeveer 50 % van de gevallen medicatie voor (zoals lokale antibiotica). Van de patiënten wordt 14 % verwezen. Obligate verwijzingen betreffen vooral de verdenking op retroseptale cellulitis, verworven ptosis (hangend ooglid met vaak een opgetrokken wenkbrauw), met als mogelijke oorzaak het syndroom van Horner, en huidaandoeningen die een maligne aspect hebben. Andere klachten die worden besproken zijn Bell-parese (perifere parese van de nervus facialis waardoor het ooglid niet gesloten kan worden), de standsafwijkingen ectropion (hangend onderooglid) en entropion (naar binnen gekanteld onderooglid), blefarospasme (focale dystonie waarbij het ooglid onwillekeurig sluit) en dermatochalasis (huidoverschot).
Literatuur
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Metagegevens
Titel
Ooglidklachten
Auteurs
Dr. P. H. J. Giesen
Dr. C. A. Eggink
Copyright
2021
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2620-4_15