Skip to main content
Top

2018 | OriginalPaper | Hoofdstuk

6. Oogheelkundige problemen op de kinderleeftijd

Auteur : Prof.dr. N. E. Schalij-Delfos

Gepubliceerd in: Leerboek oogheelkunde

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Kinderen vormen een aparte categorie patiënten binnen de oogheelkunde. Vooral jonge kinderen vereisen een bijzondere aanpak tijdens onderzoek en behandeling; vaak is een heteroanamnese nodig. In dit hoofdstuk komen de belangrijkste oogheelkundige problemen bij kinderen ter sprake. Het visuele systeem is bij hen nog in ontwikkeling en als daarin stoornissen optreden dreigt onderdrukking van het centrale zien, amblyopie. De belangrijkste amblyogene aandoeningen zijn scheelzien (strabismus), een te groot refractieverschil tussen beide ogen (anisometropie) en deprivatie door occlusie, bijvoorbeeld door een congenitaal cataract. De verschillende vormen van strabismus worden uitgebreid besproken en refractieproblemen komen eveneens ter sprake. Daarnaast worden enkele speciale beelden behandeld, waaronder prematurenretinopathie en cerebrale visusstoornissen. In het laatste deel van het hoofdstuk komen aandoeningen aan de orde die tot specifieke problemen kunnen leiden of de visus kunnen bedreigen, zoals infecties en aangeboren afwijkingen.