01-10-2013 | Artikelen
Ontwikkelingsrisico’s van ‘matig te vroeg’ geboren kinderen
Gepubliceerd in: Neuropraxis | Uitgave 5/2013
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
In Nederland wordt zeven tot acht procent van alle kinderen te vroeg geboren, en 75 tot 85 procent hiervan betreft matig te vroeg geboren kinderen (32-36 weken zwangerschapsduur, matig-vroeggeborenen). Lang is gedacht dat matig-vroeggeborenen geen blijvende gevolgen van hun vroeggeboorte zouden ondervinden, in tegenstelling tot veel te vroeg geboren kinderen (ernstig-vroeggeborenen < 32 weken zwangerschapsduur). Daarom heeft ontwikkelingsonderzoek zich internationaal vooral gericht op de groep ernstig-vroeggeborenen.
De resultaten van het Pinkeltje-onderzoek, een grote Nederlandse prospectieve cohortstudie, laten zien dat 8,3 procent van de matig-vroeggeborenen volgens de Ages and Stages Questionnaire (ASQ) ontwikkelingsproblemen had bij aanvang van school. Voor op-tijd-geboren kinderen was dit 4,3 procent en voor ernstig-vroeggeborenen 14,9%. Ontwikkelingsproblemen betroffen de domeinen fijne motoriek, communicatie en persoonlijk-sociaal functioneren. De relatie tussen afnemende totale zwangerschapsduur (per week tussen 25-36 weken) en kans op ontwikkelingsproblemen op vierjarige leeftijd was exponentieel voor alle onderzochte ontwikkelingsdomeinen, en veranderde niet na correctie voor confounders.
Wat betreft antenatale factoren hingen obesitas van de moeder, intra-uteriene groeiachterstand, mannelijk geslacht en het zijn van meerling samen met ontwikkelingsproblemen voor matig-vroeggeborenen. Wat betreft postnatale factoren was dit alleen hypoglykemie. Daarnaast hadden de matig-vroeggeborenen op zevenjarige leeftijd jaar lagere scores op testen voor performale intelligentie (visuospatieel redeneren) aandacht en executieve functies dan op-tijd-geboren kinderen.
Concluderend verhoogt ook matig (4-8 weken) te vroeg geboren worden het risico op ontwikkelingsproblemen. In absolute aantallen zijn er in Nederland waarschijnlijk minstens twee keer zoveel matig-vroeggeborenen als ernstig-vroeggeborenen die ontwikkelingsproblemen hebben op de leeftijd van vier jaar. De groep van matig-vroeggeborenen verdient meer aandacht dan dat ze tot nu toe heeft gekregen.