2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk
Onderdompeling en verdrinking
Auteurs : M. J. I. J. Albers, J. K. W. Kieboom, B. Wijnberg-Williams
Gepubliceerd in: Somatische problemen
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Tjalling is een ondernemende peuter die nergens bang voor is. Op een warme meidag verliest zijn moeder hem uit het oog. Circa twintig minuten later wordt hij door de buurvrouw in haar vijver gevonden, op zijn buik drijvend. Als zij hem uit het water haalt, vertoont hij geen teken van leven. De buurvrouw geeft mond-op-mondbeademing en laat haar man via het alarmnummer om een ambulance vragen. Na enkele minuten begint Tjalling zelf te ademen. Tien minuten later arriveert het mobile medisch team, dat direct de natte kleding verwijdert en hem inpakt in warmte-isolerende dekens. Omdat de ademhaling moeizaam blijft, wordt besloten hem te beademen. Op de kinder-intensive care blijkt dat de lichaamstemperatuur van Tjalling is gedaald tot 32 °C, maar zonder verdere maatregelen normaliseert die geleidelijk. De eerste dagen zijn voor de ouders erg angstwekkend.Weliswaar is de verwachting dat Tjalling in leven zal blijven, maar er is een forse longontsteking ontstaan en voorlopig is niet duidelijk of de hersenen schade hebben opgelopen. Moeder, vol zelfverwijten, wil de zijde van het bed geen seconde verlaten.