01-08-2007 | Artikelen
Omvang en gevolgen van chronische aandoeningen bij kinderen
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Kindergeneeskunde | Uitgave 4/2007
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Eind 2003 is een onderzoek gestart om inzicht te krijgen in de gevolgen van chronische ziekten op de kinderleeftijd. Al snel werd duidelijk dat niemand weet hoeveel kinderen en jongeren in Nederland opgroeien met een chronische ziekte en welke aandoeningen onder het begrip ‘chronische ziekten bij kinderen’ vallen. Daarom werd een inventarisatie gedaan van definities, meetmethoden en prevalentie van chronische aandoeningen bij kinderen. Tevens werd in een landelijke werkgroep consensus bereikt over een definitie, die vier criteria omvat. We spreken over chronische aandoeningen bij kinderen indien aan alle vier deze criteria is voldaan:
1.
de aandoening komt voor bij kinderen en adolescenten tot 19 jaar;
2.
de aandoening is vast te stellen met behulp van medisch-wetenschappelijke kennis middels een meetproces – waarbij de methode en instrumenten volgens de beroepsgroep valide en reproduceerbaar zijn;
3.
de aandoening is (nog) niet te genezen;
4.
de aandoening bestaat ten minste drie maanden, dan wel zal waarschijnlijk langer duren, of er zijn in het afgelopen jaar drie ziekte-episoden geweest.
Er kon worden vastgesteld dat ten minste 14% van de kinderen en jongeren in Nederland een chronische ziekte heeft: dit zijn 500.000 kinderen en jongeren. Dit is zeker een onderschatting, omdat van het merendeel van de aandoeningen geen nauwkeurige prevalentiecijfers beschikbaar zijn. In het onderzoek werd ook aandacht besteed aan de uitkomsten van studies in Nederland naar sociaalmaatschappelijke gevolgen voor jongvolwassenen met een chronische ziekte sinds de kinderleeftijd. Het bleek dat hiernaar nog slechts beperkt onderzoek is gedaan. Naar aanleiding van het onderzoek zijn verschillende aanbevelingen opgesteld.