Skip to main content
Top

2009 | hbo | Boek

Omgaan met een scheiding

Auteur: Jean-Pierre van de Ven

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Er gaan in Nederland elke dag driehonderd stellen uit elkaar (dit zijn op jaarbasis 219.000 mensen). Zij raken veelal verwikkeld in het afhandelen van allerhande juridische en praktische zaken. Maar over gevoelens zoals verwarring, angst, woede, wantrouwen, jaloezie, verdriet, opluchting, schuld en schaamte die met een scheiding gepaard gaan, en over hoe je daarmee omgaat is weinig informatie voorhanden. Het boek omgaan met een scheiding voorziet hierin. Het behandelt de gevolgen van een scheiding op emotioneel, mentaal en sociaal gebied.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Wat is er met me aan de hand?
Abstract
Onder leiding van drs. Harrie Vorst hebben studenten psychologie van de Universiteit van Amsterdam in 2008 onderzocht welke gevolgen een relatiebreuk heeft. Uit de onderzoeksliteratuur en natuurlijk ook uit de gewone literatuur is al langer bekend dat het verbreken van een relatie een traumatische gebeurtenis is. Een scheiding voelt als een onverwacht verlies, hoezeer je het ook hebt zien aankomen. Maar behalve een grote schok en verdriet rapporteren mensen na een relatiebreuk ook:
Jean-Pierre van de Ven
2. Wat is er met ons aan de hand?
Abstract
Individuele problemen die ontstaan tijdens een scheiding hebben invloed op de manier waarop voormalige stellen daarna met elkaar omgaan. Omdat mensen elkaar negatiever gaan beoordelen, gaan ze elkaar ook slechter behandelen. De destructieve interactiepatronen die daarvan het gevolg zijn, zo ze niet al bestonden voor de scheiding, verergeren een situatie die toch al moeilijk is. Ruzies worden langduriger, ook doordat exen elkaar weinig zien en geen kans hebben om hun mening te herzien op basis van nieuwe informatie. Ruzies kunnen chronisch worden. Telkens als men elkaar ziet, vlamt de strijd weer op en tussen de ontmoetingen door smeult het conflict door als een aan het oog onttrokken, maar daarom niet minder vernietigende veenbrand.
Jean-Pierre van de Ven
3. Hoe heeft het zover kunnen komen?
Abstract
Problemen die partners ondervinden bij een scheiding kunnen hun oorsprong hebben in de vroege kindertijd. Een voorbeeld hiervan zijn hechtingsproblemen. Maar ook problemen die recenter zijn ontstaan, kunnen een behoorlijke weerslag hebben op de relatie. Hierbij valt te denken aan stressfactoren als financiële problemen, moeilijkheden op het werk, of zorgen om een naaste. Ook verliefdheid op een ander hoort in dit rijtje thuis. In het navolgende wordt dieper ingegaan op de verschillende individuele factoren die gevolgen kunnen hebben voor de relatie.
Jean-Pierre van de Ven
4. Wat staat me te wachten?
Abstract
Een scheiding betekent slecht nieuws voor de betreffende partners en hun kinderen. Hun geestelijke, maar ook hun lichamelijke gezondheid heeft ernstig te lijden van een scheiding. Mensen die scheiden hebben een hogere kans op alle psychische stoornissen, zijn vaker betrokken bij auto-ongelukken, zijn vaker lichamelijk ziek, plegen vaker zelfmoord, moorden vaker en gebruiken meer geweld, hebben een slechter functionerend immuunsysteem en gaan aan de ziektes die ze krijgen vaker dood dan mensen die niet scheiden.
Jean-Pierre van de Ven
5. Kunnen wij ons laten behandelen?
Abstract
Enzovoort en zo verder. Mensen die zijn gescheiden, zijn er in het algemeen niet zo happig op om in therapie te gaan. Vaak hebben zij dat al geprobeerd: in hun ogen zonder resultaat, omdat zij toch uit elkaar zijn gegaan, of in hun ogen met resultaat, namelijk dát zij uit elkaar zijn gegaan. Waarom dan nog therapie? Mensen die aan het scheiden zijn, hebben vaak het idee dat therapeuten alleen maar van plan zijn hen weer bij elkaar te brengen en omdat zij dit niet wensen, gaan zij niet in behandeling.
Jean-Pierre van de Ven
Nawerk
Meer informatie
Titel
Omgaan met een scheiding
Auteur
Jean-Pierre van de Ven
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-7592-9
Print ISBN
978-90-313-6186-1
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-7592-9