Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. Observeren

Auteur : Elly van Haaren

Gepubliceerd in: Risicosignalering in de zorg

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Observeren doe je met alle zintuigen: ogen, oren, reuk en tastzin. Je ziet de cliënt en zijn omgeving, luistert naar wat hij en zijn naasten te zeggen hebben, ruikt zijn lichaamsgeur en de geur van zijn huis en voelt zijn huid, handdruk, kleding en voorwerpen om hem heen. Op die manier krijg je een indruk van hem en van zijn situatie. Maar goed observeren is niet makkelijk. Het vraagt veel oefening en het moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze bespreken we in deze paragraaf, evenals de valkuilen.
Observeren kun je op twee manieren doen: ongestructureerd en gestructureerd. Ongestructureerd is zonder gericht doel. Je observeert wel nauwgezet, maar je hebt niet een bepaald doel voor ogen. Je neemt de hele situatie van de cliënt in ogenschouw. Gestructureerde observatie doe je heel doelgericht. Je kijkt bijvoorbeeld bij een cliënt met diabetes of hij zijn eten opeet of onaangeroerd in de koelkast laat staan en bij een cliënt met risico op decubitus of zijn huid gaaf is of rode plekken heeft. Beide vormen van observatie komen in deze paragraaf aan bod.
Observatie zet je in om risico’s te signaleren, maar ook om te beoordelen of je interventies effect hebben. Het is onderdeel van je vak en niet iets dat ‘erbij komt’. Oefen jezelf erin dat je altijd alert bent en dat je zintuigen op scherp staan.
Literatuur
Metagegevens
Titel
Observeren
Auteur
Elly van Haaren
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0953-5_4