Samenvatting
Vroege diagnostiek en vroege behandeling zijn bij shock van wezenlijk belang. Naarmate shock en de oorzaak ervan eerder onderkend worden en er snel met behandeling gestart kan worden, is de prognose beter. Essentieel hiervoor is goede diagnostiek. Bij kritiek zieke patiënten is intensieve hemodynamische en respiratoire bewaking cruciaal voor een goede uitkomst. De belangrijkste hemodynamische bewakingssystemen worden samengevat, invasief of non-invasief, elk met zijn beperkingen en voor- en nadelen. Omdat bij patiënten met shock vaak ritmeproblemen optreden, is ritmeobservatie essentieel. Andere diagnostische middelen die aan bod komen zijn laboratoriumonderzoek en röntgenonderzoek van de thorax. Hoewel het lichamelijk onderzoek van belang blijft om een algemene indruk te krijgen van de klinische toestand van een patiënt, is de waarde ervan bij shock beperkt. Specifieke diagnostische hulpmiddelen, zoals echografie, CT-angiografie en MRI, kunnen van grote diagnostische waarde zijn als specifieke oorzaken van shock worden vermoed, zoals abcessen, longembolie, endocarditis, harttamponnade of vaatocclusie. Deze hulpmiddelen hebben echter over het algemeen geen functie bij de bewaking van de shockpatiënt.