Skip to main content
Top

2013 | OriginalPaper | Hoofdstuk

11. Normale en zorgelijke seksuele ontwikkeling bij kinderen tot en met 12 jaar

Auteurs : S.N. Brilleslijper-Kater, I.M.B. Russel

Gepubliceerd in: Medisch handboek kindermishandeling

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Inleiding

Voor goede diagnostiek van seksueel misbruik is het allereerst noodzakelijk om de signalen van kinderen goed te herkennen. Dit is echter niet eenvoudig. Jonge kinderen praten vaak (nog) niet over wat er met hen gebeurd is. Enerzijds komt dit doordat het jonge kinderen nog ontbreekt aan verbale mogelijkheden die nodig zijn om over het gebeurde te praten, en het heel moeilijk is (ook voor volwassenen) om over een ervaring te spreken waar je je voor schaamt of die je niet goed begrijpt. Anderzijds komt dit door de dader, die hen dwingt tot geheimhouding op straffe van voor hen ernstige consequenties, zoals verdriet dat zij de moeder dan aandoen, gevangenisstraf voor de vader (als die de dader is), straf voor het kind en kindertehuisplaatsing voor het kind. Bovendien speelt ook schuldbesef van het jonge kind een rol. Volgens Piaget denken jonge kinderen dat zij het centrum zijn van alles wat er gebeurt; alles is bepaald door hun gedrag. Gevolg hiervan kan zijn: ongegrond schuldgevoel, verlies van zelfrespect, aangeleerde hulpeloosheid (als iemand geleerd heeft dat hij geen invloed heeft op gebeurtenissen en zich daarom niet weet te helpen) en depressies. Daarnaast verloopt het proces tot het daadwerkelijke seksueel misbruik meestal heel geleidelijk. Via technieken zoals isoleren, vertrouwen winnen, bevoorrechten en geheimhouding afdwingen manoeuvreert de pleger het kind in een positie waarin het zich medeverantwoordelijk gaat voelen voor het misbruik. Dit proces wordt ook wel ‘grooming’ genoemd. Op het moment dat het kind zich gaat realiseren dat er iets gebeurt ‘wat hij niet leuk vindt’, is het stadium van medeplichtigheid en schuldgevoel al in gang gezet. Andere redenen dat kinderen niet praten over wat hen is overkomen, zijn onder andere onwetendheid over de toegankelijkheid van hulpverleningsinstellingen, angst niet geloofd te worden en loyaliteit tegenover de ouders, als zij de plegers zijn. Het is voor kinderen onverdraaglijk te beseffen dat je ouders, van wie je afhankelijk bent en aan wie je je bestaansrecht te danken hebt, niet diegenen zijn die je beschermen. Dit alles impliceert dat kinderen voor het beëindigen van het seksueel misbruik en hulpverlening afhankelijk zijn van de alertheid van volwassenen in hun omgeving.
Literatuur
1.
go back to reference Brilleslijper-Kater SN. Beyond words: Between-group differences in the ways sexually abused and nonabused preschool children reveal sexual knowledge. Dissertatie aan de Vrije universiteit. Enschede: Febodruk B.V.; 2005. Brilleslijper-Kater SN. Beyond words: Between-group differences in the ways sexually abused and nonabused preschool children reveal sexual knowledge. Dissertatie aan de Vrije universiteit. Enschede: Febodruk B.V.; 2005.
2.
go back to reference Johnson TC. Understanding children’s sexual behaviors. What’s natural and healthy? South Passadena, CA: 2011. Johnson TC. Understanding children’s sexual behaviors. What’s natural and healthy? South Passadena, CA: 2011.
3.
go back to reference Doef S van der. Kleine mensen, grote gevoelens. De seksuele opvoeding van kinderen van 0 tot 12 jaar. Amsterdam: Ploegsma; 2007. Doef S van der. Kleine mensen, grote gevoelens. De seksuele opvoeding van kinderen van 0 tot 12 jaar. Amsterdam: Ploegsma; 2007.
4.
go back to reference Lamers-Winkelman F, Brilleslijper-Kater SN. Lesmodules voor de Politie Academie Nederland: Seksuele kennis en gedrag van kinderen tot 12 jaar, wat is normaal? Handleiding voor docenten. Amsterdam: Vrije Universiteit; 2003. Lamers-Winkelman F, Brilleslijper-Kater SN. Lesmodules voor de Politie Academie Nederland: Seksuele kennis en gedrag van kinderen tot 12 jaar, wat is normaal? Handleiding voor docenten. Amsterdam: Vrije Universiteit; 2003.
5.
go back to reference Hagens R, Leeuwenburgh I. Het geheel is meer dan de som der delen: onderzoek naar kennis van seksualiteit bij kinderen van 7 en 8 jaar. Amsterdam: Vrije Universiteit; 1999. Hagens R, Leeuwenburgh I. Het geheel is meer dan de som der delen: onderzoek naar kennis van seksualiteit bij kinderen van 7 en 8 jaar. Amsterdam: Vrije Universiteit; 1999.
6.
go back to reference Basten Batenburg A van. Onderzoek naar kennis van seksualiteit bij kinderen van 9 en 10 jaar. De tijd van ooievaars en sprookjes is voorbij. Amsterdam: Vrije Universiteit; 2003. Basten Batenburg A van. Onderzoek naar kennis van seksualiteit bij kinderen van 9 en 10 jaar. De tijd van ooievaars en sprookjes is voorbij. Amsterdam: Vrije Universiteit; 2003.
7.
go back to reference Friedrich WN. Child sexual behavior inventory. Odessa, FL: Psychological Assessment Resources; 1997. Friedrich WN. Child sexual behavior inventory. Odessa, FL: Psychological Assessment Resources; 1997.
Metagegevens
Titel
Normale en zorgelijke seksuele ontwikkeling bij kinderen tot en met 12 jaar
Auteurs
S.N. Brilleslijper-Kater
I.M.B. Russel
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9185-1_11