Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: GZ - Psychologie 2/2020

01-04-2020 | nieuws

Nieuws uit de wetenschap

Gepubliceerd in: GZ - Psychologie | Uitgave 2/2020

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Extract

In onderzoek is gekeken naar de humor van mannen en vrouwen; naar het maken van grappige opmerkingen, het bedenken van grappige ideeën en naar of iemand anderen aan het lachen kan maken.1 Een bekend stereotype is dat mannen meer humor hebben dan vrouwen. Enerzijds zou dit een evolutionaire reden hebben. Humor zou iets zeggen over iemands intelligentie, mentale fitheid en daarmee over zijn geschiktheid als partner. Vanuit die gedachte gebruiken mannen humor om zichzelf aantrekkelijk te maken, en is humor voor vrouwen een geschiktheidsindicator. Maar aan het stereotype van de grappigere man kunnen ook sociale en culturele factoren ten grondslag liggen, zoals de traditionele opvatting van het flirten, waarbij mannen het initiatief nemen en ze humor gebruiken om vrouwen te versieren. Er is echter nooit systematisch gekeken naar humor bij mannen en vrouwen en onderzoekers hebben nu een eerste meta-analyse uitgevoerd, waarin zij kijken naar het waarheidsgehalte van de veronderstelde sekseverschillen in (verbale) humor. Hiervoor verzamelden zij alle bestaande data over dit onderwerp; maakten zij een schatting van de sterkte van de sekseverschillen in humorproductie (berekenen gewogen effect sizes); en onderzochten zij de invloed van verschillende moderatoren. In de meta-analyse zijn 36 effect sizes meegenomen uit 28 studies tussen 1976 en 2018, waarvan 20 effect sizes nog niet eerder zijn gepubliceerd. In totaal gaat het om 5057 deelnemers, van wie 67% vrouwen zijn. Uit de dataset van studies blijkt dat 63% van de mannen hoger dan gemiddeld scoort op het produceren van humor (d=0,321), een kleine tot gemiddelde effect size. Beperkingen van de studie zijn dat deelnemers (15-35 jaar) vooral afkomstig zijn uit rijke, westerse landen. Verder zijn de taken ecologisch mogelijk minder valide en is niet gekeken naar andere vormen van humor dan verbale humor, wat een aanbeveling is voor vervolgonderzoek.
Metagegevens
Titel
Nieuws uit de wetenschap
Publicatiedatum
01-04-2020
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
GZ - Psychologie / Uitgave 2/2020
Print ISSN: 1879-5080
Elektronisch ISSN: 1879-5099
DOI
https://doi.org/10.1007/s41480-020-0230-0

Andere artikelen Uitgave 2/2020

GZ - Psychologie 2/2020 Naar de uitgave