01-02-2005 | Artikelen
Nieuw ontwikkelde Nederlandse tests voor het meten van executieve functies bij jonge kinderen
Auteur:
Diana Smidts
Gepubliceerd in:
Neuropraxis
|
Uitgave 1/2005
Log in om toegang te krijgen
Extract
Doorgaans worden executieve functies omschreven als cognitieve processen die belangrijk zijn voor het reguleren van emoties en gedrag en het coördineren van handelingen voor specifieke doeleinden. Tot deze cognitieve processen behoren onder andere het vermogen om zich aan te passen aan een nieuwe situatie, vooruit te denken, te reflecteren op het eigen gedrag, selectief de aandacht te richten en natuurlijke impulsen te onderdrukken. Het is duidelijk dat deze functies nauwelijks voorkomen in het gedragsrepertoire van kinderen, althans niet in volledig functionele vorm. Echter, naarmate kinderen ouder worden kunnen ze zich steeds beter aanpassen aan de omgeving of situatie en leren ze daarbij hun emoties te reguleren. Het gedrag van kinderen ondergaat een ontwikkeling die gekenmerkt wordt door een verhoogde zelfcontrole, waarbij executieve functies voortdurend ‘verfijnd’ worden. Executieve functies bij peuters en kleuters zijn als het ware rudimentaire vormen van eerdergenoemde cognitieve processen en komen bijvoorbeeld tot uiting in het vermogen om gedurende een relatief korte tijd de aandacht te richten, een kleine hoeveelheid informatie te onthouden en tot op zekere hoogte een impuls te onderdrukken. …