Samenvatting
In de afgelopen decennia is onze kennis over het functioneren van de nier en de pathogenese van nierziekten sterk toegenomen. De glomerulaire filtratie en tubulaire (re)absorptie en secretieprocessen zijn van belang voor het verwijderen van afvalstoffen, de water- en zouthuishouding en het zuur-basenevenwicht. De nier heeft daarnaast een endocriene functie. Primaire glomerulaire en tubulaire nierziekten zijn in het algemeen zeldzame aandoeningen. Acute en chronische nierinsufficiëntie komen tegenwoordig vaker voor, met name door het succes en de toenemende complexiteit van het medisch handelen. Chronische nierschade wordt gevonden bij 5-10% van de populatie en is een onafhankelijke risicofactor voor hart- en vaatziekten. De ‘nierfunctie’ is een relevante variabele bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Een klein deel van de patiënten met nierschade is uiteindelijk aangewezen op nierfunctievervangende behandeling in de vorm van dialyse of transplantatie.