01-08-2000 | Artikelen
Niertransplantaties bij kinderen in Nederland
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Kindergeneeskunde | Uitgave 4/2000
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
In Nederland worden sinds 1973 niertransplantaties bij kinderen in 4 centra uitgevoerd. De resultaten hiervan en het toekomstperspectief worden besproken. Hierbij wordt gerefereerd aan de recent geïnventariseerde resultaten van de 269 niertransplantaties die tussen 1985 en 1995 in Nederland bij 231 kinderen verricht zijn. De patiëntoverleving in de onderzochte periode bedroeg 97%. De 1-jaars-transplantaatoverleving van alle transplantaties bedroeg 73%, de 5-jaarsoverleving 60%. Van de familienieren (n = 5) bedroegen deze percentages respectievelijk 80 en 76. Transplantaatoverleving bij ontvangers jonger dan 4 jaar (n = 3) ten tijde van de transplantatie bedroeg 54% resp. 38%. Bij gebruik van nieren van postmortale donoren jonger dan 4 jaar ten tijde van de donatie (n = 5) was de transplantaatoverleving ongeveer gelijk aan die van oudere postmortale donoren (1-jaarsoverleving 69%, 5-jaarsoverleving 54%); de resultaten van de nieren van deze groep donoren die gepaard getransplanteerd werden (n = 0), waren echter veel beter dan de nieren die enkel getransplanteerd werden (5-jaarsoverleving respectievelijk 89% en 44%). Transplantaties verricht voor het starten van dialysebehandeling (n = 3), hadden opmerkelijk goede resultaten (5-jaarsoverleving 100%). In de eerste maand na transplantatie veroorzaakten acute afstoting en trombose van de geanastomoseerde vaten het verlies van 24 nieren, van de in totaal 38 verloren gegane nieren. Ter verbetering van de transplantatieresultaten is een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers uit de centra voor niertransplantaties bij kinderen in Nederland en Antwerpen. Een gemeenschappelijk immunosuppressief protocol wordt sinds 2 jaar toegepast. De voorlopige resultaten ten aanzien van acute afstotingsreacties zien er gunstig uit.