Samenvatting
Vaak wordt gezegd: ‘De ouderdom komt met gebreken.’ In dit hoofdstuk wordt dit genuanceerd. Er bestaan ook veel misvattingen over het ouder worden. In bepaalde opzichten blijken ouderen juist beter te presteren dan jonge mensen. Sommige 100-jarigen zijn fysiek en mentaal zeer fit. Hoe komt dat? Bij het ouder worden treden veel structurele en functionele veranderingen in de hersenen op. Echter, de meeste veranderingen beginnen al op 20-jarige leeftijd en zijn dus niet specifiek voor veroudering. Hoe neuropsychologische functies veranderen bij het ouder worden, blijkt sterk af te hangen van het soort test dat men gebruikt. Vaak wordt gezegd dat de plasticiteit afneemt bij het ouder worden. Dat is echter nogal simplistisch gesteld. Wel blijkt dat ouderen bij het verrichten van een bepaalde taak meer en andere hersengebieden inzetten. Er bestaat blijkbaar een mechanisme om eventueel verval te compenseren. Ten slotte kan men zich afvragen of het wel nodig is die plasticiteit levenslang op peil te houden. Immers, een oudere heeft minder leven voor zich en heeft ervaring en routine opgebouwd om problemen het hoofd te bieden.