In dit hoofdstuk worden de principes van het afnemen van een goede anamnese toegespitst op de neurologie. De logische opbouw van het zenuwstelsel maakt het mogelijk om door gericht en gestructureerd te vragen een indruk te verkrijgen over de lokalisatie van een probleem. Een heteroanamnese kan gewenst en bij sommige klachten (ernstige geheugenstoornissen, gedragsstoornissen, aanvallen) noodzakelijk zijn. Hetzelfde geldt voor een familieanamnese; veel neurologische aandoeningen hebben nu eenmaal een erfelijke component. Gebruikte medicatie is voor de analyse van veel neurologische klachten van belang. Een anamnesegesprek vormt meteen een deel van het neurologisch onderzoek: aan de patiënt met wie je spreekt is nu eenmaal ook van alles te zien en te horen: van pupildiameter tot bewegingen, van cognitie tot coöperatie.