Het kinderneurologisch onderzoek kent zowel overeenkomsten als verschillen met het neurologisch onderzoek van (jong)volwassenen. Zo vindt er ook bij kinderen beoordeling plaats van de hogere corticale functies, hersenzenuwen, motoriek, sensibiliteit, coördinatie en reflexen. Voor het neurologisch onderzoek op de kinderleeftijd is het belangrijk kennis te hebben van de neurologische ontwikkeling. Naast de beoordeling van de genoemde klassieke domeinen van het neurologisch onderzoek, wordt een oordeel gegeven over de kwaliteit van de spontane motoriek en de behaalde ontwikkelingsmijlpalen. Bij jonge zuigelingen wordt tevens onderzocht of bepaalde houdingsreflexen aanwezig zijn en primitieve reflexen verdwenen zijn. Een volledig onderzoek bestaat naast het neurologisch onderzoek uit een algemeen lichamelijk onderzoek met speciale aandacht voor bijzondere uiterlijke kenmerken, orgaanvergroting en huidafwijkingen.
De optimale wijze van onderzoek is leeftijdsafhankelijk. Vaak kan spelenderwijs en door middel van observatie veel informatie verkregen worden. Dit hoofdstuk geeft hiervoor handvatten.