Gepubliceerd in:
2015 | OriginalPaper | Hoofdstuk
6. Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
Samenvatting
Bij neurobiologische ontwikkelingsstoornissen gaat het om problemen in de ontwikkeling, waarbij hersenafwijkingen een belangrijke rol spelen. Ze beginnen in de kindertijd, maar duren vaak tot in de volwassenheid voort. De belangrijkste zijn: verstandelijke beperking, autismespectrumstoornis, ADHD en ticstoornissen.
Mensen met een verstandelijke beperking hebben een lager IQ en zijn in meer of mindere mate in staat zich zelfstandig te handhaven in de samenleving.
Autismespectrumstoornis gaat gepaard met tekortkomingen in sociale communicatie, beperkte, stereotiepe gedragspatronen en eenzijdige belangstelling. Cognitief-gedragstherapeutische technieken leren patiënten vooral om te gaan met de beperkingen.
Mensen met ADHD zijn onrustig, chaotisch en ongeorganiseerd, waardoor zij dikwijls negatieve reacties oproepen. Medicatie kan iemand toegankelijker maken voor cognitieve gedragstherapie en een helder gestructureerde omgeving kan het verloop gunstig beïnvloeden.
Ticstoornissen (waaronder het tourettesyndroom) worden gekenmerkt door onopzettelijke, herhaalde motorische bewegingen of verbale uitingen. Naast sommige antipsychotica en clonidine gebruikt men als behandeling cognitief-gedragstherapeutische technieken.