Samenvatting
Een nefrectomie wordt meestal uitgevoerd in verband met een maligne tumor van de nier en minder frequent bij een goedaardige aandoening. Er zijn globaal drie typen maligne niertumoren: een niercelcarcinoom, een pyelum-uretercarcinoom en een niersarcoom. Een nefrectomie wordt bij voorkeur laparoscopisch uitgevoerd. Een laparoscopische nefrectomie is geïndiceerd bij patiënten met goedaardige nieraandoeningen, cT1a-b-tumoren, cT2a-b-tumoren en een beperkt aantal cT3a-tumoren. Bij cT1a- of cT1b-tumoren kleiner dan 7 centimeter is het ook mogelijk om een laparoscopische partiële nefrectomie uit te voeren. Bij deze ingreep wordt de arteria renalis tijdelijk afgeklemd. Tijdens deze ‘warme-ischemietijd’ wordt de tumor uit de nier verwijderd en wordt het defect gesloten met een speciale hechttechniek: de clip-and-slide-techniek. Bij T3- of T4-niercelcarcinomen, of een T2-, T3- of T4-urotheelcelcarcinoom wordt de nier, en eventueel de ureter, verwijderd via de abdominotransperitoneale benadering.