Op de polikliniek kinderneurologie worden regelmatig kinderen gezien in verband met motorische problemen. Een aangeboren aandoening uit zich vaak in een vertraagde motorische ontwikkeling, maar neurologische ziekten kunnen zich ook uiten als een nieuw motorisch probleem. Bij verdenking op een vertraagde motorische ontwikkeling moet eerst worden vastgesteld of het gaat om een reële achterstand of een variatie binnen het normale spectrum. Vervolgens wordt bepaald of er een vertraagde ontwikkeling is maar met een normaal patroon voor een jongere ontwikkelingsleeftijd, of dat er sprake is van een afwijkend neurologisch patroon. In het laatste geval is het vervolgens de vraag of dat berust op een functiestoornis van het centrale of perifere zenuwstelsel. In dit hoofdstuk worden handvatten gegeven hoe een dergelijk onderscheid aan de hand van anamnese en neurologisch onderzoek gemaakt kan worden.