Motivaties van maatschappelijk werkers voor het wel of niet verwijzen naar de Begeleide OmgangsRegeling van Humanitas
- 01-10-2013
- Praktijk
- Auteurs
- E.M. Oosterkamp-Szwajcer
- M.T. Cerneus-Hoffman
- M. Elferink
- I. Harmsen
- M.R. Kamp
- M.M.M. Krijnsen
- Gepubliceerd in
- TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen | Uitgave 7/2013
share
DELEN
Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)
-
Optie A:
-
Optie B:Deel de link per e-mail
Samenvatting
In Twente voert Humanitas sinds 2007 de Begeleide Omgangsregeling uit (BOR). Ouders in conflictueuze echtscheidingssituaties worden ondersteund bij het realiseren of herstellen van de omgangsregeling tussen kinderen van nul tot twaalf jaar en de uitwonende ouder.1 De BOR krijgt veelal verwijzingen uit de rechtbank, kinderbescherming, jeugdzorg en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, maar nauwelijks vanuit het preventieve veld. Dit artikel beschrijft welke motieven(school)maatschappelijk werkers hebben in het al dan niet verwijzen naar de BOR. Daarnaast komt aan de orde op welke wijze de resultaten uit het onderzoek in de praktijk worden toegepast.
- Titel
- Motivaties van maatschappelijk werkers voor het wel of niet verwijzen naar de Begeleide OmgangsRegeling van Humanitas
- Auteurs
-
E.M. Oosterkamp-Szwajcer
M.T. Cerneus-Hoffman
M. Elferink
I. Harmsen
M.R. Kamp
M.M.M. Krijnsen
- Publicatiedatum
- 01-10-2013
- Uitgeverij
- Bohn Stafleu van Loghum
- Gepubliceerd in
-
TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen / Uitgave 7/2013
Print ISSN: 1388-7491
Elektronisch ISSN: 1876-8776 - DOI
- https://doi.org/10.1007/s12508-013-0131-3
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.