Top

Gepubliceerd in:

2006 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Moeder denkt bij haar kind (4 jaar) aan voedselallergie. Hoe is het beleid?

Auteur : dr. P.L.P. Brand

Gepubliceerd in: Vademecum permanente nascholing huisartsen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

Samenvatting

Circa één op de vijf ouders (in sommige studies zelf één op de drie) hebben de indruk dat hun kind overgevoelig is voor één of meer voedingsmiddelen (1,2). Meestal is dat onterecht – niet meer dan één op de vijf gevallen van vermeende voedselallergie kan daadwerkelijk bevestigd worden met daartoe geëigend onderzoek (zie verder). Toch is voedselallergie niet zeldzaam: in goed opgezet bevolkingsonderzoek heeft ongeveer 3% van de kinderen in het eerste levensjaar een allergische reactie op een voedingsmiddel (meestal koemelk of kippenei) (2). De verschijnselen van voedselallergie zijn erg aspecifiek.

vorige hoofdstuk Bij welk type latexallergie moet een patiënt in een latexvrije OK geopereerd worden?

volgende hoofdstuk Wat is het beleid bij een appendiculair infiltraat?

Eggesbo M, Halverson R, Tambs K, Botten G. Prevalence of parentally perceived adverse reactions to food in young children. Pediatr Allergy Immunol 1999; 10: 122-32.

Venter C, Pereira B, Grundy J, et al. Incidence of parentally reported and clinically diagnosed food hypersensitivitiy in the First year of life. J Allergy Clin Immunol 2006; 117: 1118-24.

Brand PLP. Nadelen van het liberaal stellen van de diagnose ‘voedselovergevoeligheid’. Ned Tijdschr Geneeskd 2000; 144: 2290-92.

Kneepkens CMF, Drongelen KI, Aarsen C. Landelijke standaard voedselallergie bij zuigelingen. Den Haag: Voedingscentrum, 2005.

Kaila M, Isolauri E. Diagnosis of cow’s milk allergy: open or blinded? J Allergy Clin Immunol 1997; 100: 714-15.

Schade RP, Meijer Y, Pasmans SG, et al. Dubbelblinde placebogecontroleerde koemelkprovocatie voor de diagnostiek van koemelkallergie bij zuigelingen en kinderen. Ned Tijdschr Geneeskd 2002; 146: 1739-42.

Hospers IC, Vries-Vrolijk K de, Brand PLP. Dubbelblinde placebogecontroleerde koemelkprovocaties bij kinderen met vermeende koemelkallergie, in een algemeen ziekenhuis: diagnose verworpen bij tweederde van de kinderen. Ned Tijdschr Geneeskd 2006; 150: 1292-97.

Isolauri E, Sütas Y, Salo MK, et al. Elimination diet in cow’s milk allergy: risk for impaired growth in young children. J Pediatr 1998; 132: 1004-1009.

Vlieg-Boerstra BJ, Melse-Velema PA. Diëtistische begeleiding bij stagnerende introductie van bijvoeding bij jonge kinderen. Ned Tijdschr Diëtisten 1998; 53: 228-32.

Smits-Wintjesn VEHJ, Zwart P, Brand PLP. Veronderstelde koemelkeiwitovergevoeligheid bij excessief huilende zuigelingen: gewenste en ongewenste effecten van een eliminatiedieet. Ned Tijdschr Geneeskd 2000; 144: 2285-87.

Barbi E, Gerarduzzi T, Longo G, Ventura A. Fatal allergy as a possible consequence of long-term elimination diet. Allergy 2004; 59: 668-69.

Flinterman AE, Knulst AC, Meijer Y, et al. Acute allergic reactions in children with AEDS after prolonged cow’s milk elimination diets. Allergy 2006; 61: 370-74.

Niggemann B, Rolinck-Werninghuis C, Mehl A, et al. Controlled oral food challenges in children – when indicated, when superfluous? Allergy 2005; 60: 865-70.

Sampson HA. Food allergy. J Allergy Clin Immunol 2003; 111: S540-47.

Roberts S. Challenging times for food allergy tests. Arch Dis Child 2005; 90: 564-66.

Sampson HA, Ho DG. Relationship between food-specific IgE concentrations and the risk of positive food challenges in children and adolescents. J Allergy Clin Immunol 1997; 100: 444-51.

Titel: Moeder denkt bij haar kind (4 jaar) aan voedselallergie. Hoe is het beleid?
Auteur: dr. P.L.P. Brand
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Boek: Vademecum permanente nascholing huisartsen
Print ISBN: 978-90-313-8807-3

Elektronisch ISBN: 978-90-313-8808-0

Copyright: 2006
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-8808-0_332

Bohn Stafleu van Loghum

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

Samenvatting

Log in om toegang te krijgen