Samenvatting
Dit hoofdstuk beschrijft aan de hand van twee casussen hoe modulair werken in ambulante schematherapie kan worden toegepast om te komen tot een therapieduur op maat. Onderzoek naar de optimale behandelduur van schematherapie komt geleidelijk aan op gang, terwijl de vraag naar schematherapie toeneemt. In de beschrijving van de casussen wordt duidelijk gemaakt hoe met een klein aantal doelen gefocust gewerkt kan worden. Er worden enkele tips gegeven die helpen om de schematherapie waar mogelijk kort te houden en waar nodig uit te breiden. In de casus van Cathy (de Struisvogel) wordt zichtbaar op welke wijze gewerkt wordt met de experiëntiële module van schematherapie (Broersen en Van Vreeswijk 2017b). Bij de behandeling van Amber (de Onzichtbare) wordt duidelijk hoe twee schematherapiemodules elkaar kunnen opvolgen.