Skip to main content
Top

2021 | OriginalPaper | Hoofdstuk

3. Modi bij cluster C-persoonlijkheidsstoornissen

Auteurs : Edith E. M. L. Tjoa, Eelco H. Muste

Gepubliceerd in: Handleiding groepsschematherapie voor cluster C-persoonlijkheidsstoornissen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Angst overheerst bij cluster C-persoonlijkheidsstoornissen. Bij mensen met een vermijdende-persoonlijkheidsstoornis is er de angst voor veroordeling. Vermijding staat centraal en dat zien we terug in de copingmodi, zoals in de onthechte beschermer en onthechte zelfsusser. Onderliggend zien we vaak een eenzaam en verlaten kind. De behandeling richt zich op het doorbreken van de vermijding, waarbij in eerste instantie vermijding van gevoelens centraal staat. Bij mensen met een afhankelijke-persoonlijkheidsstoornis is er de angst niet op eigen benen te kunnen staan. Naast het bieden van veiligheid is het in de limited reparenting belangrijk ook te pushen naar autonomie. Bij mensen met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis staat de angst voor conroleverlies centraal. De copingmodi, waaronder vaak de perfectionistische overcontroleerder, en de oudermodi zijn zo sterk dat de kwetsbare-kindmodus moeilijk bereikbaar is. De therapeutische relatie is belangrijk om op veilige manier contact te maken en zo meer in contact te komen met zichzelf en met anderen.
Metagegevens
Titel
Modi bij cluster C-persoonlijkheidsstoornissen
Auteurs
Edith E. M. L. Tjoa
Eelco H. Muste
Copyright
2021
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2608-2_3