TODO: Skip to main content
Top

2020 | OriginalPaper | Hoofdstuk

22. Mobiliteit en loopstoornissen

Auteur : M. B. van Iersel

Gepubliceerd in: Inleiding in de gerontologie en geriatrie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Goed kunnen blijven lopen is belangrijk voor de meeste ouderen. Een afgenomen mobiliteit kan veel gevolgen hebben, van een verhoogd valgevaar tot depressie en verminderde kwaliteit van leven. Vaak zijn mobiliteitsstoornissen bij ouderen chronisch, maar een deel is behandelbaar. Van de 65-plussers valt een derde één keer per jaar en de helft daarvan vaker. De meeste valpartijen vinden plaats in en rondom het huis. Van de vallers heeft 10 % ernstig letsel, zoals een heupfractuur. Mobiliteit kan subjectief gemeten worden en objectief met observaties en tests. De keuze uit de mogelijke methoden hangt af van het doel van het mobiliteitsonderzoek. De mobiliteit van een kwetsbare oudere wordt door veel factoren beïnvloed, zowel positieve en negatieve factoren als ook compensatiemogelijkheden. Daarom bestaat een adequaat behandelplan veelal ook uit het aanpakken van meerdere factoren tegelijkertijd door een multidisciplinair team. Doelen zijn vaak gericht op het vergroten van de loopafstand en het verminderen van valgevaar en/of valangst.
Literatuur
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Metagegevens
Titel
Mobiliteit en loopstoornissen
Auteur
M. B. van Iersel
Copyright
2020
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2453-8_22