Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het lichaam omgaat met vocht en elektrolyten. Men spreekt wel van het ‘milieu intérieur’. Allereerst wordt een aantal algemene begrippen besproken, zoals osmolaliteit, osmotische druk, colloïd-osmotische druk, waterverdeling, vochthuishouding, bloedgassen en het zuur-base-evenwicht. Hierna volgt een gedetailleerde uitleg over de vochthuishouding en belangrijke stoornissen in de elektrolytenhuishouding, met aandacht voor natrium (Na), kalium (K), calcium (Ca), magnesium (Mg) en fosfaat. Aan het eind van dit hoofdstuk zijn de oorzaken, pathofysiologie en behandeling van de gangbare elektrolytstoornissen op een IC-afdeling bekend: hypo- en hyperglykemie, hypo- en hypernatriëmie, hypo- en hyperkaliëmie, hypo- en hypermagnesiëmie, hypo- en hyperfosfatemie. Andere aandoeningen die worden belicht zijn lactaatacidose, diabetes mellitus (en strikte glucoseregulatie), bijnierschorsinsufficiëntie, diabetes insipidus en SIADH.