Skip to main content
Top

2010 | hbo | Boek

Omgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag

Auteurs: Suzanne de Klerk, Arnold van Emmerik, Anne van Giezen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

Boekenserie : Leven met een dwangstoornis

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Zelfbeschadiging is een thema waarop lang een taboe heeft gerust. Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor: er wordt beter naar cliënten geluisterd en er wordt onderzoek gedaan naar behandelmethodes en richtlijnen. Het doel van dit boek is het thema nadrukkelijk aandacht te geven in plaats van het te negeren of te bagatelliseren. Het zelfbeschadigende en suïcidale gedrag wordt als uitgangspunt genomen, niet de onderliggende problematiek. De auteurs laten onder andere zien in welke vormen het zelfbeschadigend en suïcidaal gedrag voorkomt, welke oorzaken of functies het heeft, welke problemen samenhangen met het gedrag, wat het betekent voor anderen en welke vormen van therapie er zijn. Ook besteden ze aandacht aan wat cliënten zelf kunnen doen en hoe ze met lotgenoten in contact kunnen komen. 'Omgaan met zelfbeschadiging en suïcide' verschijnt in de reeks Van A tot ggZ. Kijk voor meer informatie op www.a-ggz.nl.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Wat is er met me aan de hand?
Zelfbeschadiging is het doelbewust toebrengen van schade of pijn aan je eigen lichaam. Het gaat hierbij niet om bijvoorbeeld het laten zetten van een tatoeage, want iemand die dat doet ziet een tatoeage niet als schade en heeft niet het doel zichzelf pijn te doen. Ook jezelf per ongeluk in de vinger snijden is geen zelfbeschadiging, want dat gebeurt niet doelbewust. Voorbeelden van zelfbeschadiging zijn opzettelijk snijden, krassen of branden in je huid, jezelf slaan en met je hoofd tegen een muur bonken. Ook wanneer iemand zichzelf vergiftigt en bijvoorbeeld doelbewust meer dan de voorgeschreven hoeveelheid medicijnen inneemt, kunnen we spreken van zelfbeschadiging. Bij zelfbeschadiging is er niet altijd een duidelijke wens tot zelfdoding, iemand verwondt zichzelf dus niet per definitie met het doel om te sterven. Andere termen voor zelfbeschadiging zijn ‘automutilatie’, ‘zelfverwonding’, ‘zelfdestructief gedrag’ en ‘parasuïcide’. Wij gebruiken voor zelfbeschadigend gedrag zonder het doel te overlijden de term ‘zelfbeschadiging’.
Suzanne de Klerk, Arnold van Emmerik, Anne van Giezen
2. Hoe heeft het zover kunnen komen?
In dit hoofdstuk gaan we in op de achtergrond van zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag. We bespreken een model voor het ontstaan van het gedrag en zetten op een rij welke kenmerken samenhangen met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag. Hierbij komen biologische kenmerken, omgevingsfactoren en persoonlijkheidskenmerken aan bod. Naast oorzaken en achtergrond van zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag bespreken we psychische aandoeningen en klachten die vaak voorkomen in combinatie met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag. Ten slotte gaan we dieper in op hoe een gebeurtenis via gedachten en gevoelens of gedragingen kan leiden tot zelfbeschadiging of een suïcidepoging.
Suzanne de Klerk, Arnold van Emmerik, Anne van Giezen
3. Wat betekent het voor mijn omgeving?
Op een dag komt de moeder van Esther thuis van haar werk en loopt zonder te kloppen de badkamer binnen. Ze ziet de bloedende armen van haar dochter terwijl die haar wonden droogdept met een handdoek. De moeder van Esther staart een paar seconden met open mond naar Esther, naar haar armen en naar het scheermesje in de wasbak. Dan slaat ze de deur van de badkamer hard dicht en begint in de keuken aan de voorbereidingen voor het eten. Tijdens het eten spreekt haar moeder met geen woord over het voorval en vermijdt ze elk oogcontact met Esther.
Suzanne de Klerk, Arnold van Emmerik, Anne van Giezen
4. Welke behandel ingen zijn er?
In dit hoofdstuk geven we een aantal voorbeelden van therapieën die effectief kunnen zijn bij zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag. Ook wordt een van de belangrijkste elementen van een werkzame therapie beschreven, namelijk de betrokkenheid van de cliënt bij de therapie en de relatie met de therapeut. Er wordt uitgelegd wat er in verschillende therapieën wordt gedaan, hoe de therapie je kan helpen en wat er bekend is over de werkzaamheid. Dit hoofdstuk kan je helpen om te onderzoeken of therapie iets voor jou is en welke therapieën dan het best bij jou zouden passen. We beginnen met een algemene inleiding over de behandeling van zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag.
Suzanne de Klerk, Arnold van Emmerik, Anne van Giezen
5. Wat kan ik zelf doen?
Voor het geval je professionele hulp nog een brug te ver vindt of je nog niet weet of therapie wat voor je is, zetten we in dit hoofdstuk een aantal oefeningen en elementen op een rij die tijdens een behandeling aan bod kunnen komen. De onderdelen die in dit hoofdstuk worden beschreven zijn elementen uit een cognitief-gedragstherapeutisch protocol gericht op zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag (Slee, Garnefski, & Spinhoven, 2008). De behandeling bevat een aantal elementen uit verschillende therapieën waarvan uit onderzoek is gebleken dat ze effectief zijn in het verminderen of voorkomen van zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag. Het geeft je alvast een indruk van hoe een therapie er ongeveer uit kan zien. Wanneer je al in therapie bent, kan het ook nuttig voor je zijn, of het kan informatief zijn voor een partner, familielid of vriend(in). Belangrijk om te vermelden is dat deze informatie weliswaar zeer behulpzaam kan zijn, maar niet is bedoeld als vervanging van professionele hulp. De oefeningen zullen meer effect hebben wanneer ze worden aangeleerd in het kader van een therapie. Zoals eerder besproken is de therapeutische relatie en het aan de slag gaan met je problemen in een veilige therapeutische omgeving een van de belangrijkste elementen van een therapie. We beginnen dit hoofdstuk met wat informatie over zelfhulp via boeken, internet en mogelijke alternatieven voor zelfbeschadiging of suïcidaal gedrag.
Suzanne de Klerk, Arnold van Emmerik, Anne van Giezen
6. In therapie
Je hebt besloten om professionele hulp te zoeken. In dit hoofdstuk wordt beschreven waar je terechtkunt voor hulp en hoe dit precies werkt. Tevens wordt aandacht besteed aan hoe je de draad weer oppakt na een behandeling.
Suzanne de Klerk, Arnold van Emmerik, Anne van Giezen
7. Adressen en literatuur
Hier vind je informatie over een aantal instellingen en organisaties waar je terechtkunt voor hulp bij en informatie over zelfbeschadigend of suïcidaal gedrag. Er zijn veel meer instellingen dan in deze lijst worden genoemd. Voor mogelijkheden bij jou in de buurt kun je altijd je huisarts raadplegen.
Suzanne de Klerk, Arnold van Emmerik, Anne van Giezen
Nawerk
Meer informatie
Titel
Omgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag
Auteurs
Suzanne de Klerk
Arnold van Emmerik
Anne van Giezen
Copyright
2010
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-8335-1
Print ISBN
978-90-313-8334-4
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8335-1