Skip to main content
Top

2011 | Boek

Compendium kindergeneeskunde

Diagnostiek en behandeling

Redacteuren: Dr. G. Derksen-Lubsen, Prof. dr. H.A. Moll, Prof. dr. H.M. Oudesluys-Murphy, Drs. A.J. Sprij

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Compendium kindergeneeskunde is een praktische handleiding voor diagnostiek en behandeling van de meest voorkomende aandoeningen in de kindergeneeskunde. Naast een breed scala aan algemene onderwerpen, zoals dietetiek, epidemiologie en pathologie, behandelt het boek de deelonderwerpen spoedeisende problemen, infectieziekten en immunologie, ziekten van de orgaansystemen, psychosociale problemen, geneesmiddelen en bloedproducten. Een apart onderdeel is gewijd aan groeicurven, nomogrammen en referentiewaarden. Toegevoegd zijn de hoofstukken over koorts en koortssyndromen, allergologie, genetische diagnostiek, ernstige meervoudige beperkingen en onverklaarde lichamelijke klachten. Compendium kindergeneeskunde is uitgegroeid tot een Nederlandstalig standaardwerk binnen de kindergeneeskunde. Deze vierde, herziene druk is aangepast aan de nieuwste ontwikkelingen en inzichten. Vanaf deze druk is het boek ook integraal via internet te raadplegen.

Inhoudsopgave

Voorwerk

Spoedeisende Zorg

Voorwerk
1 Het acuut zieke kind
Samenvatting
In de acute kindergeneeskunde is de grootste uitdaging niet een succesvolle reanimatie, wél de tijdige herkenning en adequate opvang van een acuut ziek kind met een potentieel respiratoir en/of circulatoir falen. Een acuut ziek kind kan zich op elk moment presenteren op de eerste hulp van een algemeen ziekenhuis. Daar de opvang van deze kinderen voor de kinderarts in een algemeen ziekenhuis geen dagelijks werk is, is het van belang optimaal voorbereid te zijn op deze, vaak onaangekondigde, acute situatie.
C.M.P. Buysse, E.N. de Jager, M. de Hoog
2 Resuscitatie van een pasgeborene
Samenvatting
De belangrijkste stap bij resuscitatie van een pasgeborene is het herstel van de gaswisseling (abc-principe).
A.H.L.C. van Kaam
3 Basic life support bij kinderen en advanced pediatric life support
Samenvatting
Dit hoofdstuk beschrijft de basic en advanced life support zoals die worden toegepast bij alle kinderen, behalve bij de ‘natte’ pasgeborene (hoofdstuk 41, Neonatologie). Vanaf de puberteit worden de volwassen reanimatierichtlijnen gevolgd. Bij kinderen ontstaat een circulatiestilstand vrijwel altijd door hypoxie als gevolg van respiratoir of circulatoir falen en zelden door een acute cardiogene oorzaak. Het is dus heel belangrijk om ernstig respiratoir en circulatoir falen direct te herkennen en adequaat te behandelen om een circulatiestilstand te voorkomen (hoofdstuk 1). De benadering van een kind met een adem- en/of circulatiestilstand vereist een gestructureerde aanpak volgens de abc-methode (Airway (luchtweg), Breathing (ademhaling), Circulation). Basic life support (bls) bij kinderen kan zonder gebruik van hulpmiddelen overal worden opgestart. In het ziekenhuis is bls echter ook de basis voor advanced life support (als). De termen bls en cardiopulmonaire resuscitatie (cpr) zijn vrijwel inwisselbaar; hiermee wordt beademing met thoraxcompressies bedoeld. In de ziekenhuissetting wordt bij bls snel masker- en ballonbeademing met zuurstof toegepast. Zo snel mogelijk na het starten van bls, maar in ieder geval na één minuut, dient advanced life support (als) te worden gestart. De kans dat bij een kind dat al één minuut bls heeft ondergaan de spontane circulatie terugkeert zonder als is zeer gering. Bij als zijn adrenaline, in geval van asystolie/polsloze elektrische activiteit, en defibrillatie, in geval van ventrikelfibrilleren/ventrikeltachycardie, de belangrijkste middelen om de circulatiestilstand op te heffen. Het onmiddellijk starten en continueren van adequate bls is van wezenlijk belang om een reanimatie kans van slagen te geven.
J.K.W. Kieboom, N.M. Turner
4 Shock
Samenvatting
Shock is het falen van de circulatie om aan de behoefte van de weefsels te voldoen.
J.A. Hazelzet
5 Acute hartritmestoornissen
Samenvatting
Een sinustachycardie is een ritme dat te snel is voor de leeftijd. Per definitie heeft een sinusritme een positieve P-top in afleiding i, ii en avf op het ecg.
M. van Osch-Gevers, M. de Hoog
6 Ademhalingsinsufficiëntie
Samenvatting
Respiratoire insufficiëntie is een situatie waarbij, als gevolg van binnen of buiten de longen aanwezige ziekteprocessen, het organisme niet langer in staat is in voldoende mate zuurstof op te nemen en/of kooldioxide af te geven, waardoor een ontregeling van de zuurstof- en kooldioxidehomeostase zal optreden.
K.F.M. Joosten, A.P.M. Duyndam
7 Inspiratoire stridor
Samenvatting
Om een kind met een acuut optredende progressieve inspiratoire stridor adequaat te kunnen behandelen, is een geprotocolleerd plan van opvang in het ziekenhuis van groot belang. Bij de behandeling zullen, behalve de kinderarts, een anesthesist, een kno-arts en eventueel een chirurg een rol spelen om intubatie, laryngoscopie of een tracheotomie te verrichten.
K.F.M. Joosten
8 Acute astma-aanval
Samenvatting
Onderstaand protocol is gebaseerd op het behandelprotocol van het Erasmus mc-Sophia Kinderziekenhuis van 2010 en de conceptrichtlijn Status asthmaticus van de sectie Intensive Care bij Kinderen van de nvk (zie www.nvk.nl).
M. de Hoog, C.M.P. Buysse
9 Status epilepticus
Samenvatting
Morbiditeit en mortaliteit zijn vooral geassocieerd met onderliggend lijden en complicaties op cardiorespiratoir gebied. De behandeling dient dan ook snel en volgens de abcd-methode gestructureerd te worden ingezet. Onderstaand protocol is gebaseerd op de richtlijn Status epilepticus kinderen ouder dan een maand van de nvk (zie www.nvk.nl).
M. de Hoog, K.F.M. Joosten
10 Coma en intracraniële drukverhoging
Samenvatting
Evalueer en stabiliseer volgens abc-methode, behandel shock, convulsie, hypo- of hyperthermie en intracraniële drukverhoging.
M. de Hoog
11 Verdrinking
Samenvatting
Verdrinking is het proces waarbij een kind respiratoire problemen ondervindt als gevolg van (gedeeltelijke) onderdompeling in een vloeistof.
J.K.W. Kieboom
12 Vergiftiging
Samenvatting
In de volgende gevallen is er sprake van een vermoeden op intoxicatie:
  • ouder/verzorger signaleert dat het kind iets heeft ingenomen;
  • op de Spoedeisende Eerste Hulp (seh) wordt een kind gepresenteerd met acute symptomen zonder duidelijke oorzaak.
C.M.P. Buysse, H.A. Moll
13 Hypo- en hyperthermie
Samenvatting
Behandeling:snel lokaal opwarmen met water van ongeveer 40 °C. Niet wrijven, dit kan weefselbeschadiging geven. Behandel zo steriel mogelijk, laat blaren intact.
J.A. Hazelzet
14 Apparent life threatening event
Samenvatting
Apparent life threatening event (alte ) kan als volgt worden gedefinieerd: alte is een plotseling en onverwacht optredende, ogenschijnlijk levensbedreigende situatie (bleek, slap en/of blauw worden) bij een tevoren gezond kind, in de leeftijd van 0 tot 2 jaar. De ouder/verzorger moet het kind sterk stimuleren en is ervan overtuigd dat het kind zonder stimulatie zou zijn overleden.
K.F.M. Joosten

Algemene Onderwerpen

Voorwerk
15 Verrichtingen
Samenvatting
De maten die door de verschillende fabrikanten worden opgegeven variëren enigszins. Internationale kleurcoderingen en maten van disposables zijn weergegeven in tabel 15.1.
P.C.J. de Laat, G. Derksen-Lubsen, R.R. de Krijger
16 Voeding en diëtetiek
Samenvatting
Voeding speelt niet alleen een rol bij de normale groei en ontwikkeling, maar vormt tevens een van de belangrijkste sleutels voor herstel, vooral bij aandoeningen op de kinderleeftijd. Bij de zuigeling speelt voeding een rol bij de ontwikkeling van de belangrijke binding met de ouder(s). Borstvoeding moet worden beschouwd als de natuurlijke voeding voor de zuigeling, waarvan de samenstelling volledig is afgestemd op de normale behoeften van het zich ontwikkelende kind. Het is echter mogelijk dat door de eeuwen heen sociaal-culturele factoren, met daaruit voortkomende gevolgen voor onze leef- en eetgewoonten, van invloed zijn geweest op de samenstelling van de borstvoeding. Wellicht kan hierin een verklaring worden gevonden voor de huidige aanbeveling om aan volledig borstgevoede kinderen bepaalde belangrijke nutriënten toe te dienen, zoals vitamine D en K. Door voeding wordt het zich ontwikkelende organisme blootgesteld aan een grote variëteit van natuurlijke en kunstmatige stoffen waarmee het lichaam, vooral het maag-darmkanaal en immuunsysteem – eigenlijk het gehele metabolisme – moet leren omgaan. Stoornissen in de verwerking van voedingsmiddelen kunnen aanleiding geven tot ziekteverschijnselen waarbij veel verschillende orgaansystemen betrokken kunnen zijn. Maar ook voedingsdeficiënties kunnen meer specifieke consequenties hebben die, afhankelijk van de aard van het tekort, aanleiding kunnen geven tot zogenoemde deficiëntieziekten.
H.S.A. Heymans, M.E. Dijsselhof
17 Dehydratie en water- en zouthuishouding
Samenvatting
De water- en zouthuishouding van een kind berust op een delicate balans tussen (orale) intake en output via verdamping, diurese en defecatie. Vooral bij zuigelingen en jonge kinderen is deze balans snel verstoord. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door het relatief grote lichaamsoppervlak en een geringer vermogen van de nieren om geconcentreerde urine te produceren. Ziekten bij kinderen veroorzaken frequent een verstoring van de vochtbalans door vermindering van de intake en/of toename van de output (vasten, dorsten, braken, diarree, koorts, tachypneu, verhoogde diurese). Bij afname van de totale hoeveelheid lichaamswater is er sprake van dehydratie. Doorgaans bestaat er tevens een tekort aan elektrolyten (Na, K, Cl enz.) en veelal is er sprake van een vermindering van de opname van voedsel (calorieën).
P.C.J. de Laat, G. Derksen-Lubsen, J.E. Kist-van Holthe tot Echten
18 Beeldvormende diagnostiek
Samenvatting
Bij de beeldvorming in de radiologie wordt gebruikgemaakt van röntgenstralen (conventioneel onderzoek en ct), geluidsgolven (echografie), magnetische velden met radiogolven (mri) en gammastralen (scintigrafie). Zie voor een overzicht van doses tabel 18.1.
H.C. Holscher
19 Evidence-based medicine
Samenvatting
De praktijk van evidence-based medicine integreert klinische ervaring met het beste wetenschappelijke bewijsmateriaal uit onderzoek, waarbij relevante waarden worden gebruikt in de besluitvorming voor de individuele patiënt.
H.A. Moll, G. Derksen-Lubsen
20 Handelen bij overlijden
Samenvatting
Per 1 januari 2010 is het nieuwe artikel 10a lid 1 van de Wet op de lijkbezorging in werking getreden. Vanaf die datum is iedere behandelend arts verplicht om – alvorens een verklaring van overlijden van een minderjarige af te geven – met de gemeentelijk lijkschouwer te overleggen. Deze wetsverandering is noodzakelijk om op termijn de zogenoemde nodo-procedure in ons land in te voeren. nodo staat voor Nader Onderzoek Doodsoorzaak minderjarigen.
D.M.C.B. van Zeben-van der Aa, R.R. de Krijger, B.A. Semmekrot, H.M. Oudesluys-Murphy

Infectieziekten en Immunologie

Voorwerk
21 Vaccinatie
Samenvatting
De aansturing van het rvp gebeurt door het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb), dat is ondergebracht bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (rivm). De Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektenbestrijding (lci) en de voormalige entadministraties maken thans deel uit van het CIb. Laatstgenoemden worden de Regionale Coördinatie Programma’s (rcp) genoemd.
R.J.F. Burgmeijer
22 Virale diagnostiek
Samenvatting
De diagnostiek van virale infecties heeft de afgelopen decennia een grote ontwikkeling doorgemaakt. Terwijl in het verleden virale verwekkers in vele gevallen niet konden worden aangetoond, dan wel pas enkele weken na het begin van de ziekte, kan met de huidige diagnostische tests een virale verwekker niet alleen met grotere gevoeligheid, maar ook sneller worden aangetoond.
A.C.T.M. Vossen
23 Koorts en koortssyndromen
Samenvatting
Koorts is een rectale temperatuur boven 38,0 °C, die het gevolg is van een verhoging van het hypothalamische temperatuursreferentiepunt. Het is een uiting van ontsteking, dikwijls als gevolg van infectie. Snel oplopende koorts gaat vaak gepaard met koude rillingen. Zakt de koorts, dan treedt (nacht)zweten op. Tegelijk met koorts treden vaak constitutionele verschijnselen op als malaise, anorexie, hoofdpijn en myalgie. De bron van koorts wordt vaak duidelijk door lokaliserende verschijnselen.
R. Oostenbrink, J. Frenkel
24 Infectieziekten
Samenvatting
  • Belangrijkste bacteriële verwekkers bij kinderen < 1 maand: Escherichia coli, groep-B-streptokokken en Listeria monocytogenes ;
  • belangrijkste bacteriële verwekkers bij kinderen > 1 maand: meningokokken en pneumokokken. H a emophilus influenzae type B is als gevolg van vaccinatie vrijwel verdwenen;
  • belangrijkste virale verwekkers: enterovirus en herpessimplexvirus (hsv);
  • predisponerende factoren: leeftijd < 5 jaar, patiënten met liquorshunts, afweerstoornissen, schedeltrauma.
N.G. Hartwig, Th.F.W. Wolfs
25 Immunodeficiëntie
Samenvatting
Primaire immunodeficiënties (pid’s) zijn zeldzaam; de incidentie varieert van 1:500 voor IgA-deficiëntie tot 1:500.000 voor sommige vormen van severe combined immunodeficiency (scid). Een tijdige diagnose is belangrijk, zowel voor de prognose van de patiënt als voor genetisch advies aan de familie. Het herkennen van pid kan moeilijk zijn. Het Europese protocol voor de herkenning van pid’s is opgebouwd in stappen (hierna kort beschreven), en gaat uit van de klinische presentatie van de patiënt.
E. de Vries, J.J.M. van Dongen

Specifieke Aandoeningen

Voorwerk
26 Longziekten
Samenvatting
Bronchiolitis is een infectie van de perifere luchtwegen die leidt tot diffuse luchtwegobstructie. De infectie wordt meestal veroorzaakt door respiratoir syncytieel virus (rsv), soms door andere virussen, en komt voornamelijk voor in de periode tussen november en februari. Zuigelingen presenteren zich met progressieve kortademigheid, soms piepend expirium en droge hoest; vaak zijn er tekenen van een virale bovensteluchtweginfectie en is er subfebriele temperatuur. Problemen met de voeding ontstaan door tachy- en dyspneu; hierdoor is er risico op dehydratie. In de eerste levensmaanden bestaat er risico op apneu.
J.C. de Jongste
27 Cystische fibrose
Samenvatting
Cystische fibrose (cf) is een autosomaal recessief erfelijke ziekte, die berust op een mutatie in het gen op chromosoom 7 dat codeert voor het eiwit cf transmembrane conductance regulator (cftr). In Nederland wordt bij cf in ongeveer 77% van de afwijkende genen een ΔF508-mutatie gevonden, 60% van de cf-patiënten is homozygoot voor deze mutatie. Alle andere mutaties (> 1800) komen weinig frequent voor; nog niet alle afwijkende cf-genen kunnen worden herkend. Bij gezonde mensen functioneert het cftr-eiwit als chloridekanaal in de apicale membraan van epitheelcellen en heeft een belangrijke functie in exocriene klieren. Chloridetransport, en passief hieraan gekoppeld watertransport over de epitheelcellen in exocriene klieren, bepaalt de consistentie van het secreet. Bij cf bestaat het basisdefect uit abnormale elektrolytsecretie en -terugresorptie van natrium door epitheelcellen in exocriene klieren. Dit leidt tot een abnormaal viskeus secreet, obstructie en uiteindelijk destructie met fibrose van de pancreas, de longen en soms de lever. Bovendien bestaat in zweetklieren een verhoogde uitscheiding van natrium en chloride ten gevolge van de terugresorptiestoornis van het cftr. Hiervan wordt bij de diagnostiek gebruikgemaakt bij de ‘zweettest’.
H.A.W.M. Tiddens, J.C. Escher, J.C. de Jongste
28 Maag-darm-leverziekten
Samenvatting
Definitie: het onvermogen van gal en galbestanddelen om de darm te bereiken, hetzij door extrahepatische, hetzij door intrahepatische oorzaken, met begin van symptomen in de eerste vier levensmaanden.
C.M.F. Kneepkens, C.F.M. Gijsbers
29 Allergologie
Samenvatting
Allergie is de verzamelnaam voor reacties van het immuunsysteem op stoffen (allergenen) die normaal gesproken geen afweerreactie oproepen. Allergie onderscheidt zich van overgevoeligheid omdat bij allergie per definitie het immuunsysteem is betrokken.
P.L.P. Brand
30 Cardiologie
Samenvatting
De prevalentie van aangeboren hartafwijkingen is 0,8% van alle levend geboren kinderen. Andere hartafwijkingen die bij kinderen voorkomen zijn endocarditis, pericarditis, myocarditis, cardiomyopathie, coronaire afwijkingen bij de ziekte van Kawasaki en ritmestoornissen.
I.M.E. Frohn-Mulder, M. Witsenburg
31 Nefrologie
Samenvatting
De glomerulaire filtratiesnelheid (gfr) wordt gedefinieerd als het aantal milliliter glomerulair filtraat dat per minuut wordt geproduceerd (ml/min), meestal gecorrigeerd voor het lichaamsoppervlak (ml/min/1,73m2). Er zijn verschillende methoden om deze te meten dan wel te schatten:
K. Cransberg, J. van den Hoek
32 Oncologie
Samenvatting
In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 600 kinderen in de leeftijd van 0-18 jaar de diagnose kanker gesteld. De meest voorkomende vormen zijn acute leukemie (ongeveer 140 kinderen), hersentumoren (110 kinderen per jaar), lymfomen en diverse solide tumoren (zie figuur 32.1).
M.M. van den Heuvel-Eibrink, W.J.E. Tissing
33 Hematologie
Samenvatting
Eerste evaluatie: Hb, mcv, mchc, mch, rdw, reticulocyten, leukocyten en differentiatie (ook beoordeling van het rode bloedbeeld), trombocyten.
I.M. Appel, A. de Goede-Bolder
34 Endocrinologie
Samenvatting
Lengte onder de –2 sds (standaarddeviatiescore) in de groeicurve, passend bij etniciteit.
S.L.S. Drop, D. Mul, A.M. Boot, E.L.T. van den Akker
35 Diabetes mellitus
Samenvatting
Diabetes mellitus is een aandoening met diverse oorzaken die gekarakteriseerd wordt door een chronische hyperglykemie ten gevolge van een absoluut (productie) of relatief (werking) tekort aan insuline of door beide. De opvang en behandeling van de nieuwe patiënt en ontregelingen als diabetische ketoacidose en hypoglykemieën worden hier besproken.
H.J. Aanstoot, D. Mul, H.J. Veeze
36 Metabole ziekten
Samenvatting
Presentatie patiënt: slecht drinken, spugen, lijkt septisch ziek, snelle ademhaling, toenemend suf, encefalopathisch. De progressie van het beeld kan zijn snel zijn.
J.B.C. de Klerk, A.T. van der Ploeg
37 Reumatologie
Samenvatting
Gewrichtsklachten komen op de kinderleeftijd regelmatig voor, meestal ten gevolge van een trauma. Bij de niet-traumatische gewrichtsklachten komen acute aandoeningen frequenter voor dan chronische. De in de literatuur vermelde prevalentie van acute versus chronische artritis is respectievelijk 2-8 en 0,1-0,5 per 10.000. Acute (niet-traumatische) gewrichtsklachten kunnen worden veroorzaakt door zeer diverse aandoeningen, waarbij de prognose kan variëren van ernstige destructie van het gewricht tot restloos herstel. Snelle adequate diagnose is van groot belang om, indien noodzakelijk, een juiste behandeling te kunnen instellen, vooral bij bacteriële infecties van het gewricht of bot, en anderzijds om overbodige en soms misleidende diagnostiek te voorkomen.
L.W.A. van Suijlekom-Smit, R. ten Cate
38 Neurologie
Samenvatting
Een kind heeft een ontwikkelingsachterstand wanneer het een ten opzichte van leeftijdgenoten achterblijvende ontwikkeling vertoont op een moment dat het eindniveau nog niet duidelijk is. Bij een achterstand in alle velden van de ontwikkeling spreekt men van een globale (psychomotorische) retardatie. Er kan ook sprake zijn van een geïsoleerde achterstand van bepaalde aspecten van de ontwikkeling (grove motoriek, fijne motoriek, cognitie, spraak/taal en sociale vaardigheden). Men dient retardatie te onderscheiden van regressie, waarbij er sprake is van verlies van eerder verworven functies.
E.A.J. Peeters, O.F. Brouwer
39 Neurofibromatose type 1
Samenvatting
Neurofibromatose type 1 (nf1) is een autosomaal dominant overervende aandoening met een frequentie van 1:2500; ongeveer de helft van de patiënten heeft de aandoening op basis van een nieuwe mutatie.
A. de Goede-Bolder, R. Oostenbrink, C.E. Catsman-Berrevoets
40 Dermatologie
Samenvatting
Polymorf beeld, met naast en na elkaar elementen zoals comedonen (open = ‘black head’ en gesloten = ‘white head’), papels, papulopustels, noduli, nodi en cysten, tot abcessen en littekens. De voorkeurslocaties zijn het gelaat, de schouders, de borst en de rug.
A.P. Oranje
41 Neonatologie
Samenvatting
Voor complete informatie met betrekking tot zwangerschap en geboorte moet aandacht worden besteed aan:
A.H.L.C. van Kaam, R.C.J. de Jonge, A.J. Sprij
42 Genetische diagnostiek
Samenvatting
Genetisch onderzoekd van een kind begint met een oriënterend dysmorfologisch onderzoek en een gedetailleerde familieanamnese, gevolgd door ofwel chromosomenonderzoek, waarvoor nu verschillende technieken beschikbaar zijn, ofwel dna-onderzoek. Genetisch onderzoek heeft vaak niet alleen implicaties voor het kind zelf, maar ook voor familieleden. Hoewel genetisch onderzoek in veel gevallen behulpzaam is bij het stellen van een definitieve diagnose, kunnen ook varianten in chromosomen of in genen worden gevonden waarbij een causaal verband met de aandoening onzeker of complex is. Vaak is dan vervolgonderzoek van de ouders nodig. Het verdient aanbeveling dit al met de ouders te bespreken voordat het onderzoek wordt ingezet.
M.H. Breuning, A. van Haeringen
43 Zorg voor het kind met ernstige meervoudige beperkingen
Samenvatting
Onder ernstige meervoudige beperkingen wordt verstaan:
  • ernstige cognitieve beperking (totaal iq < 30, ontwikkelingsleeftijd < 2 jaar) én
  • motorisch functioneren op niveau iv of v volgens het Grof Motorisch Functionerings-classificatie Systeem (gmfcs) voor cerebrale parese (cp).
G.C.B. Bindels-de Heus, C.R. Lincke, G. Derksen-Lubsen

Psychosociale Problemen

Voorwerk
44 Adoptie
Samenvatting
Via diverse organisaties worden elk jaar kinderen door Nederlandse ouders geadopteerd uit in de loop der jaren steeds andere landen. Op dit moment komt de helft van de adoptiekinderen uit China en verder onder andere uit Haïti, verschillende landen in Afrika en in mindere mate uit Colombia. Vergelijkbare problematiek zien we bij kinderen die om andere redenen uit derdewereldlanden naar Europa komen (vooral vluchtelingen). Veelal worden deze kinderen kort (bij voorkeur binnen 2 weken) na aankomst in Nederland voor een poliklinische beoordeling aangemeld, waarbij medische problemen zoals voedingsstoornissen, dystrofie, huidafwijkingen, psychomotorische ontwikkelingsachterstand, (parasitaire) darminfecties en chronische infecties primair de aandacht krijgen. Daarnaast kunnen kinderen in een later stadium de kinderarts bezoeken als medische problemen persisteren, als er twijfel bestaat over de opgegeven leeftijd of als er pedagogische problemen zijn. Het is zinvol bij het eerste onderzoek van deze kinderen niet alleen diagnostiek te verrichten voor het gepresenteerde probleem, maar ook te anticiperen op te verwachten problemen en vragen (bijv. t.a.v. de leeftijd). Ook dient een aantal infecties te worden uitgesloten die in het ontvangende gezin problemen kunnen geven, zodat vroegtijdige behandeling of profylaxe mogelijk is (tuberculose, hepatitis, scabiës enz.). Het is van belang de gezinsleden tevoren een dtp-boosterinjectie te geven en hen via vaccinatie te beschermen tegen hepatitis A.
R.A.A. Pelleboer, H.M. Oudesluys-Murphy
45 Kindermishandeling
Samenvatting
Kindermishandeling is elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel (Wet op de jeugdzorg, in werking getreden op 1 januari 2005).
E.A. Landsmeer-Beker, M.J.M. Smit, M.J. Affourtit
46 Overgewicht
Samenvatting
Het begrip eetstoornis is de laatste decennia verruimd. Onder een eetstoornis wordt verstaan een stoornis in het doen en denken rond eten. Rond 1970 behoorde alleen anorexia nervosa daartoe, nu is het begrip meer veelomvattend en behelst zowel anorexia als boulimia nervosa en binge eating disorder (eetbuistoornis). Ook obesitas wordt wel onder de term eetstoornis geschaard. Zo ontstaat langzamerhand een continuüm van eetstoornissen, met als uitingsvormen een symptomatologie die varieert van extreem mager tot extreem zwaarlijvig. Eetstoornissen die (kunnen) samengaan met overgewicht en obesitas zijn boulimia nervosa en binge eating disorder (eetbuistoornis).
O.H. van der Baan-Slootweg, E.C.A.M. Houdijk
47 Eetstoornissen bij oudere kinderen en adolescenten
Samenvatting
Voedings- en eetstoornissen komen voor bij zich normaal ontwikkelende kinderen, kinderen met chronische en ernstige somatische stoornissen en kinderen met ontwikkelingsstoornissen. De etiologie is multifactorieel en vereist een multidisciplinaire benadering voor diagnostiek en behandeling. De behandelingsopties moeten gericht zijn op het kind, op de verzorgers en op de relatie tussen het kind en de verzorgers en andere gezinsleden en tevens op een bredere context, bijvoorbeeld school.
A.H. Teeuw, M.J. Affourtit, F. Verheij
48 ADHD, autisme en depressie
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden enkele veelvoorkomende kinderpsychiatrische stoornissen besproken, voor de overige stoornissen wordt verwezen naar de handboeken.
N.H. Bouman, R.F. Ferdinand, R. Rodrigues Pereira
49 Onverklaarde lichamelijke klachten
Samenvatting
Onverklaarde lichamelijke klachten zijn aan de orde van de dag en zijn frustrerend voor zowel arts als patiënt. De ernst van de klachten vormt een continuüm, variërend van een ongecompliceerde, kortdurende lichamelijke klacht, via de langer dan enkele weken aanhoudende klachten tot de ontwikkeling van een van de onverklaardeklachtensyndromen. Onverklaarde klachten kunnen zich presenteren met bijna elk symptoom. Bij jonge kinderen staat buikpijn op de voorgrond, bij preadolescenten hoofdpijn en bij de adolescent moeheid met spier- en gewrichtspijnen.
E.M. van de Putte

Geneesmiddelen en bloedproducten

Voorwerk
50 Bloed en bloedproducten
Samenvatting
Uit erytrocytenconcentraten in Nederland zijn leukocyten en trombocyten verwijderd met als doel het daarmee verwijderen van intracellulaire virussen (bijv. cmv). Voor neonaten worden eenheden gemaakt van ongeveer 60 ml. Grotere kinderen krijgen (een deel van) normale eenheden (275 ml).
I.M. Appel, Y.B. de Rijke, A.J. Willemze
51 Pijn
Samenvatting
Pijn is niet acceptabel en moet optimaal worden bestreden. Een goede pijnbestrijding houdt in de preventie van pijn en niet het telkens opnieuw behandelen van pijn. Stel een strikt pijnbestrijdingsschema in, ‘zo nodig’-medicatie voorschrijven is achterhaald. Besteed ook aandacht aan psychologische aspecten: afleiding en vermindering van angst reduceren de pijnbeleving. Wanneer angst overheersend is, een anxiolyticum toevoegen. Als leidraad voor de behandeling van acute en/of chronische pijn gebruikmaken van de who-pijnladder.
R.A. van Lingen
52 Antimicrobiële therapie
Samenvatting
Voor actuele informatie over indicaties van antimicrobiële middelen wordt verwezen naar de website van de Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (www.swab.nl). Voor doseringen en informatie over on-label en off-label gebruik van antimicrobiële therapie wordt verwezen naar de website van het kinderformularium (www.kinderformularium.nl).
N.G. Hartwig
53 Geneesmiddelenoverzicht
Samenvatting
Zie www.kinderformularium.nl voor uitgebreidere informatie over indicaties, contra-indicaties, bijwerkingen enzovoort.
J. Schornagel, E.M. Westerman, G. Derksen-Lubsen, H.A. Moll

Groeicurven, nomogrammen en referentiewaarden

Voorwerk
54 Groeidiagrammen, Nomogrammen
H.A. Moll, G. Derksen-Lubsen
55 Referentiewaarden klinische chemie en endocrinologie
Samenvatting
De vermelde waarden zijn over het algemeen te gebruiken binnen de kindergeneeskunde. Echter, aanvragers moeten zich realiseren dat referentiewaarden afhankelijk zijn van de gebruikte laboratoriumapparatuur en -methoden. Dit betekent dat binnen het ziekenhuis andere referentiewaarden kunnen gelden. In de hierna volgende tabellen zijn de referentiewaarden uitgedrukt in een 4 sd range (gemiddelde ± 2 sd) of 2,5-97,5e percentielen.
Y.B. de Rijke, J. Lindemans, A.M. Boot
Nawerk
Meer informatie
Titel
Compendium kindergeneeskunde
Redacteuren
Dr. G. Derksen-Lubsen
Prof. dr. H.A. Moll
Prof. dr. H.M. Oudesluys-Murphy
Drs. A.J. Sprij
Copyright
2011
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-313-9004-5
Print ISBN
978-90-313-8744-1
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9004-5