Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

8. Middelen bij luchtwegklachten (astma en COPD)

Auteurs : Marieke van der Burgt, Els van Mechelen-Gevers

Gepubliceerd in: Medicatie in de praktijk

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Bij astma en COPD zijn de luchtwegen overprikkeld. De ontstekingsreactie leidt tot bronchusvernauwing. Centraal in de behandeling staan luchtwegverwijders en ontstekingsremmers.
De luchtwegen zijn het wijdst als het orthosympathische zenuwstelsel actief is en het smalst als het parasympathische zenuwstelsel actief is (zie paragraaf 8.1).
Luchtwegverwijders
Luchtwegen worden wijder door middelen die de orthosympathicus stimuleren (sympathicomimetica) en door middelen die de parasympathicus afremmen (parasympathicolytica). Ze worden bij voorkeur geïnhaleerd. Daarnaast is er een derde groep (zie paragraaf 8.2.1).
De groep sympathicomimetica bevat middelen zoals salbutamol (kortwerkend) en salmeterol (langwerkend). Bijwerkingen zijn lokaal (in mond en keel). Andere bijwerkingen zijn een gevolg van het stimulerende effect op andere organen, zoals een hoge hartslag (zie paragraaf 8.2.2).
De groep parasympathicolytica bevat middelen zoals ipratropiumbromide (kortwerkend) en tiotropium (langwerkend). Bijwerkingen zijn lokaal (in de mond en keel). Andere bijwerkingen zijn een gevolg van de parasympathicusremming, zoals een droge mond, obstipatie en moeite met plassen (zie paragraaf 8.2.3).
Er zijn ook preparaten met een combinatie van salbutamol en ipratropiumbromide.
De derde groep bestaat uit theofylline in tabletvorm en voor rectale toediening. Theofylline heeft bijwerkingen op maag en darm en geeft onrust en ritmestoornissen (zie paragraaf 8.2.4).
Ontstekingsremmers
Om de ontstekingsreactie in de luchtwegen te verminderen, wordt het ontstekingsremmende effect gebruikt van corticosteroïden zoals budesonide en fluticason. Ook deze middelen worden bij voorkeur geïnhaleerd. Restjes hiervan in mond en keel maken de mond vatbaarder voor schimmelinfecties (zie paragraaf 8.3).
Er zijn combinatie-inhalatiepreparaten van luchtwegverwijders en corticosteroïden.
Naast luchtwegverwijders en ontstekingsremmers kunnen slijmoplossers, antibiotica en zuurstof worden gebruikt in de behandeling van astma en COPD.
Luchtweginfecties zijn vaak verantwoordelijk voor een exacerbatie. Ze worden behandeld met antibiotica. Soms wordt een onderhoudsdosis antibioticum gegeven (zie paragraaf 8.4). Een veel gebruikt antibioticum bij luchtweginfecties bij COPD is doxycycline.
Metagegevens
Titel
Middelen bij luchtwegklachten (astma en COPD)
Auteurs
Marieke van der Burgt
Els van Mechelen-Gevers
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1522-2_8